NOS Nieuws

'Nederlandse militairen goed bezig in Mali'

  • ANP XTRA
    Volgens Hennis begint de missie vruchten af te werpen
  • ANP
    De minister sprak uitgebreid met militairen
  • ANP
    Het bezoek aan het kamp in Mali was geheim
  • ANP
    Vrede brengen is een kwestie van lange adem, zegt Hennis
  • ANP
    De minister zocht contact met de lokale bevolking

Door verslaggever Wilco Boom

De VN wil er vrede gaan brengen, maar het noorden van Mali is een wespennest. Bevolkt door toeareg-rebellen die streven naar autonomie, door gewapende jihadisten en door drugs-, wapens- en mensensmokkelaars die er hun handelsroutes hebben, is de vrede er ver weg. Het afgelopen halfjaar is de onrust zelfs toegenomen, vooral sinds het Malinese leger in mei bij de noordelijke stad Kidal een pijnlijke nederlaag leed.

Toch leveren de Nederlandse militairen in Mali een belangrijke bijdrage aan de VN-vredesmissie Minusma, zei minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie tegen de NOS tijdens een bezoek aan de Nederlandse militairen in kamp Castor bij de stad Gao.

Vruchten

"De Nederlandse bijdrage levert interessante inlichtingen op voor Minusma. Daarmee kunnen we militaire en civiele operaties beter plannen." De VN noch de Malinese regering is volgens Hennis zelf in staat die inlichtingen te verzamelen. "Dat hebben wij samen met de Noren en straks met de Zweden goed in de steigers gezet en dat begint nu vruchten af te werpen."

De Nederlandse missie richt zich op het verzamelen van inlichtingen in het noorden van Mali. De missie bestaat voor een belangrijk deel uit commando's die dit woestijngebied doorzoeken met ondersteuning van Apache-gevechtshelikopters, Chinook-transporthelikopters en ongewapende drones. Via contact met de bevolking, maar ook met hulp van foto- en satellietbeelden verzamelen ze informatie over de handel en wandel van de gewapende groeperingen.

Het verzamelen van inlichtingen hebben we goed in de steigers gezet en dat begint nu vruchten af te werpen.

Minister Hennis van Defensie

Met deze missie in Mali doen we het licht aan in het donker.

Minister Hennis van Defensie

Hennis beaamt dat het steeds onrustiger wordt in het noorden. "Het is niet zo dat het opzetten van een inlichtingenketen er meteen toe leidt dat strijdende groeperingen hun wapens neerleggen. Maar we hebben nu wel veel meer informatie over de redenen waarom ze elkaar bestrijden, er is veel meer kennis over wat er aan de hand is. Juist gebrek aan kennis was een probleem. Met deze bijdrage doen we het licht aan in het donker."

Volgens Hennis staat het vast dat vrede brengen in Mali een zaak is van lange adem. Daarom sluit ze verlenging van de missie, die tot eind 2015 duurt, niet uit. "Nederland heeft inderdaad aangegeven dat we in eerste instantie gaan bijdragen voor twee jaar. Ik sluit niets uit voor de toekomst. Ik vind het wel van belang te kijken of de Nederlandse bijdrage dan voldoende vorm heeft gekregen en of het voldoende overdraagbaar is. Dat is in ieder geval onze inzet", aldus Hennis.

Ebola

De minister was deze week bij de manschappen in Gao in het kader van geregelde bezoeken aan de troepen die elke minister van Defensie aan de militairen brengt. Kort voor haar vertrek werd ze geconfronteerd met de mededeling dat er intussen, eind vorige week, ook in Mali een geval van ebola is geconstateerd.

Daarvoor is er volgens de bewindsvrouw geen reden tot zorgen bij de militairen, noch bij hun families. "Vooralsnog is het geen bedreiging voor de manschappen in Gao. Ik denk dat het echt van belang is te benadrukken dat het ebolavirus niet nabij Gao is en dat we er alles aan doen het virus buiten het kamp te houden."

Quarantaine

Het leidde er overigens wel toe dat het reisschema van de minister moest worden omgegooid. Na Mali was zij van plan ook een bezoek te brengen aan het Nederlandse fregat Zr. Ms. Van Speijk, dat meedoet aan de anti-piraterijmissie in de Golf van Aden. Dit schip ligt deze week in de haven van de Seychellen om te provianderen.

Dit bezoek is afgeblazen omdat de autoriteiten van de Seychellen geen toestemming geven om te landen aan toestellen die uit een land komen waar ebola is vastgesteld. Hennis vindt het stringente beleid van de Seychellen wel te billijken, aangezien het om een eiland gaat. Als daar ebola zou uitbreken, moet bij wijze van spreken de hele eilandbevolking in quarantaine.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl