NOS NieuwsAangepast

Vijf vragen over stamcelonderzoek

Voorlopig mag de Amerikaanse overheid geen geld uitgeven aan verder onderzoek naar stamceltechnologie. Stamcelonderzoeker Derk ten Berge leidt een onderzoeksteam in het Erasmus MC en beantwoordt vijf vragen over stamceltherapie.

Wat is een embryonale stamcel? Menselijke embryonale stamcellen kunnen alle celtypes en weefsels van ons lichaam aanmaken. Deze stamcellen worden geïsoleerd uit embryo's die ze nog niet geïmplanteerd zijn in de baarmoeder.

Die embryo's komen uit ivf-klinieken, waar in een reageerbuis eicellen van de vrouw bevrucht worden met zaadcellen van de man. Een deel van de ontstane embryo's wordt in de baarmoeder teruggeplaatst, de rest ingevroren. Embryo's die voor stamceltechnologie gebruikt worden zijn overtollig en liggen ongebruikt in de diepvries. Ouders moeten toestemming geven voor het gebruik van hun embryo's voor onderzoek.

Is een embryo een mens? De embryo's die gebruikt worden voor embryonale stamcellen zijn vijf tot zes dagen oud. Het zijn bolletjes van ongeveer 50 cellen zonder hoofd, romp, ledematen en geslacht. Een veelgebruikte definitie van 'mens' is een individu dat los van de moeder kan bestaan. Baby's kunnen dat als ze na negen maanden geboren zijn.

Ook te vroeg geboren baby's kunnen buiten het lichaam van de moeder bestaan, maar foetussen jonger dan zes maanden kunnen dat niet zelfstandig. Vanaf die fase is dezelfde bescherming van toepassing als voor elk mens. Critici van stamceltherapie vinden dat een embryo van vijf dagen al een mens is en niet zomaar gebruikt mag worden voor stamcellen. Daarom is het maken van embryonale stamcellen aan strenge regels gebonden.

Wat houdt stamceltherapie in? Ten eerste proberen we weefsel te creëren dat we kunnen gebruiken voor transplantatietherapieën. Dat kan nu nog niet, maar wordt veel onderzocht. In het geval van Parkinson bijvoorbeeld sterven zenuwcellen af. We hopen dat als je die cellen vervangt, de symptomen weg kunnen gaan. En als je bloedcellen kweekt, heb je geen bloeddonor meer nodig en heb je geen risico's met infectieziektes of een tekort van de juiste bloedgroep. De ontwikkeling van stamcellen in het weefsel is moeilijk te sturen, we weten nog niet goed hoe we dat moeten doen.

Ten tweede kunnen we de oorzaak van erfelijke ziektes, zoals Parkinson en Down's syndroom, bestuderen, omdat we de ontwikkeling van celtypes in stamcelkweken kunnen volgen. Dan krijg je een idee van het mechanisme: waar gaat het mis en kunnen we ingrijpen? Zijn er nieuwe medicijnen die de oorzaak van de ziekte aanpakken?

Hoe vergevorderd is de technologie? In 1998 werden voor het eerst menselijke embryonale stamcellen geïsoleerd. Sindsdien hebben we grote vooruitgang geboekt in het maken van deze stamcellen en het sturen van hun ontwikkeling. Men hoopt binnen een paar jaar de eerste voorzichtige testen met patiënten te kunnen doen, vooral voor de behandeling van dwarslaesie, ouderdomsblindheid en diabetes.

Een heel grote doorbraak is dat we nu volwassen cellen kunnen omzetten in cellen die heel erg lijken op embryonale stamcellen. Die volwassen cellen hebben veel dezelfde eigenschappen als de embryonale. We hopen dat deze cellen het gebruik van embryonale stamcellen overbodig maken. Er is nog veel onderzoek aan echte embryonale stamcellen nodig om dat te bereiken.

Er is wel een probleem, want stamcellen kunnen ook tumoren maken. Dat gebeurt als een paar cellen die zich niet ontwikkeld hebben in het juiste weefsel, maar een embryonale stamcel zijn gebleven. Het onderzoek richt zich dus sterk op het voorkomen van tumorvormende cellen.

Ondanks alle problemen wordt zoveel onderzoek gedaan dat vooruitgang snel gaat, en we zijn daarom voorzichtig optimistisch.

Hoe staat stamceltherapie er in Nederland voor? Onderzoek naar stamceltechnologie staat enorm in de belangstelling. Nederland speelt internationaal een belangrijke rol in het onderzoek. Ongeveer tien laboratoria voeren onderzoek uit met menselijke embryonale stamcellen.

Er wordt ook veel onderzoek gedaan naar stamcellen die meer gespecialiseerd zijn en die niet afkomstig zijn van embryo's maar van patiënten zelf of van andere mensen. Deze zijn niet zo veelzijdig als embryonale stamcellen, maar er zijn geen ethische bezwaren en minder risico's aan verbonden. Een voorbeeld is stamcellen afkomstig uit navelstrengbloed dat verzameld kan worden na de geboorte van een baby. Deze kunnen gebruikt worden voor transplantatie in leukemiepatiënten. Het navelstrengbloed bevat bloedstamcellen die de patiënt helpen te genezen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl