NOS NieuwsAangepast

Drinken, dansen en laveren op een avondje Sail

Door verslaggever Pauline Broekema

Je hebt goede schoenen nodig voor een avond Sail. Voor het pontje naar het Java-eiland, waardoor je op z'n minst drie kilometer afsnijdt, staat een rij van een uur.

Gewoon lopen, slenteren. Er zijn bezoekers die er al de hele dag zijn, het is aan hun roodverbrande gezichten te zien.

Iedereen is aardig. Ook op het water. Daar patrouilleert politie met blauw licht in de mast. Beveelt door te varen. Aanmeren is verboden. "Dank voor de medewerking", roepen ze, geven gas en stuiven door naar een volgend dralend scheepje.

Strijkijzer

Die boten met passanten die Sail vanaf het water beleven, maken het IJ overvol. Het is een brede boulevard, een lopende band met alleen maar schepen. Dure sloepen met blondepaardestaartvrouwen, een glas rosé in de hand. Mannen met de lamswollen trui losjes om de schouder geknoopt. Een enkeling in wit kostuum met kapiteinspet.

Maar ook afgetrapte bootjes pruttelen er. Zo uit de gracht geplukt, voor één keer een zegetocht door de wateren van Sail. En enorme strijkijzerboten glijden langs, kruisers als een kantoorpand zo groot, opzichtig wit, met buikige mannen en personeel dat aan de gangboorden nerveus met de stootkussens gereedstaat.

Er gebeuren geen ongelukken. Er wordt gelaveerd, rekening met elkaar gehouden. En aan boord gebarbecued, gedronken, gedanst.

Kapitein checken

's Avonds kun je alleen lopen en kijken, niet aan boord gaan. Op de balkons van de appartementen zitten de eigenaren met hun bezoek.

Een vrouw grijpt de verrekijker en richt de blik op de overburen, de Amerigo Vespucci, één van de mooisten van Sail. "Zo, je checkt even een matroosje?", vraagt een man uit haar gezelschap.

De houding op de balkons en de terrasjes is er één van: kijk ons bevoorrecht zijn. Toch hangt de recessie over de kades. Er staat veel te koop. Misschien dat Sail eindelijk die ene langverwachte koper brengt.

Stempeljager

Ieder deelnemend tall ship heeft voor Sail een eigen stempel. Zoals handtekeningen worden verzameld lopen er stempeljagers. Met een map in zijn hand staat een oudere man bij de loopplank van de Dar Mlodziezy, 110 meter lange Poolse trots.

In Nederland werkzame Polen verwijlen voor even in eigen land. Ze kijken ademloos omhoog, de masten langs die in de Amsterdamse avondlucht priemen. De wacht kletst met een groepje Poolse jongeren.

De man met de map onderbreekt ze, vraagt in het Engels en Nederlands om zijn bewijs dat hij het schip uit Gdynia zag. Kan niet, morgen terugkomen. De jongeren grijpen in, bedelen in het Pools en de wacht gaat overstag. Hij schreeuwt een bevel naar boven en de man ontvangt zijn souvenir.

Onderzeeër

Hij blijft nog even. Ooit werkte hij bij de RDM, de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij. Ach ja, dat was toen Nederland nog echte schepen bouwde.

Onderzeeërs ook. De Hr Ms Walrus, hij heeft er zelf aan gewerkt, ligt verderop imposant te zijn. Hij is zelfs aan boord geweest. "Ik heb ze verteld dat ik hem heb gebouwd en wilde zien of ze hem een beetje netjes hadden gehouden. Nou, ik was dik tevreden. Hij zag er nog knap uit."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl