Luchtvaartmaatschappijen durven weer te kopen
Op de Farnborough-luchtvaartshow in Groot-Brittannië laten de luchtvaartmaatschappijen hun zorgen over de crisis alweer achter zich. Ze hebben daar tot nu toe 233 orders geplaatst voor nieuwe vliegtuigen. En als ook de opties op nieuwe toestellen worden meegeteld zijn er zelfs zo'n 500 besteld.
Dat zijn er veel meer dan vorig jaar op de Paris Air Show. De maatschappijen verwachten dat na de crisis de luchtvaartsector weer hard zal groeien, vooral in opkomende regio's als Azië en Latijns-Amerika.
"Maatschappijen kopen niet voor vandaag, maar voor de komende 30 jaar. In China, India en Brazilië heb je grote groepen mensen die nu nog nooit gevlogen hebben, maar dat de komende tijd wel gaan doen," zegt luchtvaarteconoom Jan Veldhuis van SEO Economisch Onderzoek.
Veldhuis: "Ook Europese maatschappijen zullen daarvan profiteren. Die zullen grote aantallen Chinese zakenlui en toeristen hiernaartoe brengen."
Airbus versus Boeing
Op Farnborough heeft de Europese vliegtuigbouwer Airbus tot nu toe meer toestellen (130) verkocht dan de Amerikaanse concurrent Boeing (103). Het was voor het eerst dat Boeing zijn nieuwe paradepaardje, de 787, in Europa vertoonde.
Dit type, dat pas volgend jaar commerciële vluchten zal maken, bestaat voor een groot deel uit lichte materialen en is daardoor energiezuiniger dan de huidige generatie vliegtuigen.
Airbus is op Farnborough nog steeds vol trots over de A380, het grootste passagierstoestel ter wereld. Sinds eind 2007 wordt de A380 geleverd aan luchtvaartmaatschappijen.
Hub-and-spoke
Met die twee nieuwelingen hebben Airbus en Boeing ieder hun eigen filosofie over hoe het vliegverkeer zich de komende jaren zal ontwikkelen. De Boeing 787 is bedoeld om tussen de 200 en 300 passagiers te vervoeren.
In de Airbus A380 passen maximaal rond de 850 passagiers. Airbus gokt erop dat maatschappijen passagiers in hele grote aantallen gaan vervoeren tussen de belangrijkste vliegvelden wereldwijd (hubs), om ze daarna in kleine vliegtuigen naar hun uiteindelijke bestemming te brengen: het zogeheten hub-and-spoke-model.
Voor het massavervoer tussen hubs is de A380 ideaal. Boeing gaat ervan uit dat maatschappijen er vooral direct vervoer gaan aanbieden tussen het punt van vertrek en de uiteindelijke bestemming: het point-to-point-model. En dan is de 787 handiger.
De verkoopcijfers geven aan dat voor beide toestellen een markt is: van de Boeing 787 zijn tot nu toe 863 toestellen besteld. Van de Airbus A380 234. Dat is flink minder, maar er passen per stuk dan ook veel meer passagiers in.