NOS NieuwsAangepast

'Ik heb een opdracht uitgevoerd'

Door correspondent Hennah Draaibaar

"Ik ben niet in staat om vandaag te getuigen", zegt Ruben Rozendaal achteroverliggend in de auto waarmee hij naar het proces is gekomen. Vandaag heeft de krijgsraad in Paramaribo speciaal voor hem een extra zitting gehouden in het proces over de Decembermoorden.

Rozendaal is nierpatient en ondergaat drie keer per week een nierdialyse. Hij kan daarom niet op de reguliere zittingsdagen verschijnen. Maar ook vandaag, zo maakte hij duidelijk, was hij niet in staat om gehoord te worden als getuigde in de zaak tegen de hoofdverdachte Desi Bouterse. De rechter toont begrip, maar besluit gewoon door te gaan met het verhoor.

Ruben Rozendaal is lid van de groep van zestien die de militaire coup pleegde in februari 1980.

Vriend van Bouterse

"Ik heb dit gedaan voor land en volk", zegt hij tegen de rechter. "Ik wist niet dat er zoveel zou gebeuren. Bouterse en ik waren vrienden, vanaf hij terug was in Suriname. Hij was sportinstructeur en ik deed mijn best dus ik viel op."

Hij vertelt dat hij 22 was toen hij het leger inging. "Zoon van een wasvrouw. Had geen werk dus het leger was de enige manier om geld te verdienen."

Als de rechter zijn eerdere verklaring, voorleest kan hij zich bijna niets meer herinneren. Daarin staat ondermeer dat hij de opdracht had gekregen om het gebouw van de moederbond op te blazen. "Ik weet dit allemaal niet meer", zegt hij als de rechter hem voor de zoveelste keer op zijn eigen verklaring wijst.

Geen doodseskader

Met enige aarzeling geeft toe dat hij André Kamperveen en Fred Derby heeft opgehaald in de nacht van 7 op 8 december 1982. "Ik heb ze naar Fort Zeelandia gebracht. Ik heb een opdracht uitgevoerd. U moet weten het was in die tijd niet ongewoon dat we burgers thuis gingen ophalen."

"Een collega zei later tegen me: 'Je moet even boven gaan kijken'. Daar heb ik lijken zien liggen. Het was 6.00 uur in de ochtend. Ik heb ze niet herkend."

"Ik wist niet dat dat daar zou gebeuren", gaat hij verder. "Het is niet in mijn aard om levens van mensen te nemen die ik ze niet heb gegeven. Ik ben geen doodseskader, gewoon een militair die een opdracht heeft uitgevoerd. Het mooiste van het leven is om te blijven leven", zegt hij.

"Nee, meneer Bouterse was daar niet aanwezig", zegt hij stellig op de vraag van de rechter. "Ik heb hem tijdens het hele proces niet gezien."

"Heeft u ooit aan meneer Bouterse gevraagd wat er precies gebeurd is die avond. U was toch goed bevriend met hem?", vraagt de president van de krijgsraad. "Nee, ik had daar geen behoefte aan. Ik wilde niet in de problemen komen. In 1990 heb ik ontslag genomen uit het leger."

Verdachte

Behalve als getuige moet Rozendaal ook als verdachte gehoord worden. Hij doet opnieuw een poging en zegt tegen de president van de krijgsraad dat hij zich te ziek voelt om verder te gaan. "U moet weten, mevrouw de rechter. dat ik een nierpatient ben. Ik urineer niet meer. Ik gebruik slaaptabletten om in slaap te vallen en heb moeite om af te gaan."

Maar de rechter wijst hem erop dat zijn arts verklaard heeft dat hij in staat moet zijn om hier gehoord te worden en dat er voor alle zekerheid een arts in de zaal aanwezig is.

In snel tempo handelt de rechtbank het tweede deel van het verhoor af. Getuigen komen en verklaren wat ze gezien hebben. Zoals Onno Flohr, die zelf heeft geschoten op de slachtoffers. Hij blijft bij zijn eerdere verklaring dat Rozendaal in Fort Zeelandia was. Rozendaal had Flohr zelf naar boven laten komen omdat hij zich moest aanmelden bij Paul Bhagwandas, die bekend stond als de beul.

Flohr zegt dat hij Rozendaal met Fred Derby heeft gezien nadat hij vrijgelaten werd. Opnieuw ontkent hij, maar Flohr bleef erbij. "Hij was daar, ja."

Bouterse zelf was er ook vandaag niet bij. Waarom niet, wil de president van de krijgsraad weten van diens advocaat. "Hij is bezig met verkiezingscampagne."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl