NOS NieuwsAangepast

Gordon Brown, politieke straatvechter

Door correspondent Arjen van der Horst

Zijn woedeaanvallen zijn legendarisch. Mobiele telefoons die door de ambtswoning van Downing Street 10 vliegen. Ziedende tirades die doorspekt zijn met het f-woord.

Gordon Brown is niet een politicus die tegenspraak duldt. Partijgenoten die toch kritiek durven te uiten, kunnen achter gesloten deuren rekenen op een donderpreek. De Britten hebben er een mooie term voor bedacht: hair-dryer treatment.

Het opvliegende karakter van Gordon Brown is niet bepaald een groot geheim. Toen eerder dit jaar een boek uitkwam met daarin nieuwe onthullingen over de tirades van Brown, haalden de meeste Britten hun schouders op. What's new? Het boek had nauwelijks effect op de peilingen.

Brown is in bijna alle opzichten het tegenovergestelde van voorganger Tony Blair, zijn grote rivaal binnen New Labour. Waar Blair het conflict liever uit de weg ging, kan Brown met moeite zijn woede in toom houden. Blair, keurig geknipt en altijd gestoken in fijne maatpakken, was zich altijd bewust van zijn uiterlijk. Brown, zijn nagels volledig afgekloven, kleedt zich in te ruim bemeten pakken. Al is daar onder invloed van zijn vrouw Sarah, met wie hij in 2000 trouwde, enige verandering in gekomen.

Toen Blair eind maart met een vlammende toespraak zich mengde in de verkiezingscampagne, was eens te meer duidelijk waar het Labour aan ontbrak: een charismatische leider die als geen ander weet hoe je met de kiezer moet communiceren. Blair de 'great communicator' versus Brown de stotteraar. Grumpy Gordon tegenover de eeuwige grijns van Tony.

Politieke symbiose

Ondanks alles zijn de carrières van beide Labour-politici onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beiden werden in 1983 in het parlement gekozen en de toenmalige Labour-leiding besloot dat de twee jonge honden maar samen een kantoortje moesten delen. Het was het begin van een politieke symbiose die bijna een kwart eeuw zou duren.

Zowel Brown als Blair rekende zich in die beginjaren tot de soft left, een gematigde stroming binnen Labour. Maar geleidelijk schoven ze op naar rechts. Het waren de jaren dat Margaret Thatcher de Britse politiek domineerde en Labour verkiezingen op verkiezingen verloor. Brown en Blair raakten ervan overtuigd dat Old Labour werd lamgelegd door de dominante vakbonden en radicaal-linkse elementen. De partij was in hun ogen onverkiesbaar geworden.

Uit die angst is New Labour geboren. Een kleine groep vormde zich rond Blair, Brown en Peter Mandelson die pleitte voor verregaande partijhervormingen. 'De derde weg', dé modeterm voor de sociaal-democratie in de jaren negentig, werd omarmd. Maar in werkelijkheid voerden ze een neoliberale koers waarvoor Margaret Thatcher zich niet geschaamd zou hebben. Sterker nog, Thatcher zou later New Labour tot haar belangrijkste politieke erfenis bestempelen. In 1994 grepen de jonge honden de macht binnen de partij. Drie jaar later zouden ze Labour naar een verpletterende verkiezingsoverwinning leiden. Blair werd premier, Brown de almachtige minister van Financiën.

Machiavelli

De relatie tussen de twee leiders werd geleidelijk aan slechter en Brown speelde voortdurend vuile spelletjes om de positie van Blair te ondermijnen. Lord Turnbull, een voormalige secretaris van Brown, zou in 2007 zeggen dat Brown 'een Stalinistische meedogenloosheid' bezat.

Maar het zou te makkelijk zijn om hem af te doen als een Machiavelliaanse politicus die zich alleen in macht interesseert. De 59-jarige Schot heeft altijd oprecht geloofd dat hij het land in een rechtvaardige maatschappij kan veranderen. Hij volgde het neoliberale mantra van Margaret Thatcher als het ging om economisch beleid, maar Brown geloofde ook in een sterke staat en gezonde openbare voorzieningen. De bestrijding van armoede is altijd een van zijn speerpunten geweest.

Al vroeg in zijn politieke loopbaan raakte Brown ervan overtuigd dat er maar één manier was om die doelen te bereiken: premier worden. Om dat doel te bereiken was hij bereid ver te gaan. Brown zou uiteindelijk de interne machtstrijd met Blair winnen en hem min of meer tot aftreden dwingen. In 2007 ging Browns droom in vervulling en verhuisde hij naar Downing Street 10.

Brown zou nooit een populaire premier worden. In het begin van zijn premierschap stond hij nog verrassend hoog in de peilingen, maar na enkele maanden ging het snel bergafwaarts. Toen de kredietcrisis en later de recessie uitbraken, werd de achterstand op de Conservatieven alleen maar groter.

Toch zal niemand Brown onderschatten. Drie maal probeerden partijgenoten hem een dolk in de rug te steken, drie maal zonder succes. Brown heeft dan niet de flair van Tony Blair, maar op het gebied van de interne partijpolitiek is hij nog steeds een meester.

Browns hoop is nu gevestigd op de economie. De Britten zijn voorzichtig optimistisch over het economisch herstel en nu de eerste groei zich aantekent, is Brown dichter op de Conservatieven gekropen. Eén ding is duidelijk: de politieke straatvechter Brown zal nooit opgeven.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl