Kabinet vreesde chantage Bernhard vanwege meisje in Perzië

Door verslaggever Pauline Broekema

Joseph Luns, oud-minister van Buitenlandse Zaken, heeft in 1960 in de ministerraad een reis van prins Bernhard naar Perzië willen dwarsbomen. Uit angst voor chantage van, wat werd omschreven als, 'een meisje'.

Dat blijkt uit een document dat de NOS aantrof tussen documenten, die onlangs door het Nationaal Archief zijn vrijgegeven.

In 1976, ten tijde van de Lockheedaffaire, liet het kabinet onderzoeken wat in de ministerraad werd besproken over buitenlandse reizen van koningin Juliana en/of de prins.

De prins was uitgenodigd door de Perzische Sjah voor een semi-officieel bezoek, vertelde Luns in de ministerraad van 29 juli 1960. Luns was al benaderd door het bedrijfsleven, dat de reis wilde meemaken. Maar volgens de minister was het onverstandig de prins alleen te laten gaan.

De aantekeningen zijn niet terug te vinden in de officiële notulen, maar in de zogenoemde 'zuurkast-notities'. Die gingen over besprekingen van zeer vertrouwelijke aard, die niet voor derden bestemd waren.

Black mail Luns waarschuwde voor problemen als de prins zou gaan. In de notulen staan: "Spreker verwacht onwil met betrekking tot de reis naar Perzië bij de omgeving van de prins om een meisje."

Ook staatssecretaris De Jong mengde zich in de discussie: "Staatssecretaris De Jong meent dat met de secretaris van de prins moet worden overlegd, want anders dreigen lange jaren black mail."

En minister Luns, iets later in de bespreking: "...meent dat een bezoek van de prins alleen aan Perzië moeilijk zal liggen, omdat de koningin te kennen heeft gegeven graag naar Teheran te willen."

Samen De prins gaat toch, in oktober van het jaar 1960. In 1962 reist Beatrix naar het rijk van de Sjah. En in 1963 zijn Koningin en prins er voor een officieel staatsbezoek. Samen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl