NOS NieuwsAangepast

Het conservenblikje is jarig

Het is dit jaar 200 jaar geleden dat het conservenblik werd uitgevonden. In 1810 perfectioneerde de Fransman Nicolas Appert het proces voor sterilisatie en ontwierp de Brit Peter Durand de ideale manier om gesteriliseerd voedsel te bewaren: luchtdicht afgesloten in blik.

Het leverde een verpakkingsmateriaal op dat voedsel oneindig houdbaar maakt. De kleur en de structuur zullen in de loop der jaren iets veranderen, maar omdat er geen bacteriën bij komen, blijft het eetbaar. Het bewijs leverde een Brits echtpaar, dat een blik kip dat het stel op hun huwelijksdag had gekregen, bij hun gouden jubileum kon eten.

De 200ste verjaardag wordt in Deventer, waar ooit de grootste blikfabriek van Nederland was gevestigd, gevierd met de tentoonstelling Blik op blik. Er verschijnt ook een boek met de mooiste voorbeelden bij.

Soldaten Al sinds de veertiende eeuw wordt staal in tin gedompeld om roest tegen te gaan, maar in de negentiende eeuw neemt de productie pas echt een vlucht. Door de ontwikkeling van warmwalsen kan sneller en gelijkmatiger blik gemaakt worden. Automatische soldeermachines vertienvoudigen de snelheid.

De Amerikaanse Burgeroorlog bewijst het belang van conserven. Soldaten hoeven niet meer te foerageren, maar kunnen worden bevoorraad van achter de linies.

Huisvrouwen Huisvrouwen willen er eerst nog niet aan. De blikjes zijn te duur en men associeert het te veel met het leger. Bovendien is er nog geen handige manier om de blikken te openen. Ze moeten met hamer en beitel worden geopend. Soldaten gebruiken soms zelfs hun dienstwapen om bij de inhoud te komen.

Dat verandert als halverwege de negentiende eeuw de blikopener wordt uitgevonden. Als door massaproductie ook de prijzen zakken, is moeder de vrouw helemaal verkocht.

Uiterlijk Conservenblikken zijn aanvankelijk maar saai. Een tekst erop met wat er in zit, later misschien met een plaatje erbij, meer niet. Niet zoals de koekjesblikken van Verkade, met rijke jugendstilversieringen, die op tafel kwamen bij de thee.

Pas als de eerste zelfbedieningswinkels openen, beginnen fabrieken aandacht te besteden aan het uiterlijk van de blikken. Mensen moeten verleid worden om de conserven te kopen. Ontwerpers en psychologen gaan zich buigen over de verpakking. Rood en oranje trekken mensen aan, geel juist niet. Een merknaam oogt in een ovaal beter dan een in een rechthoek.

Opvallend genoeg betekenen de grootgrutters ook het einde van de rijk versierde verpakkingen. Die zijn niet zakelijk genoeg in de winkel. De tierelantijntjes leiden te veel af.

Luxe modellen In de tentoonstelling zijn opvallend genoeg juist die versierde, deftige modellen oververtegenwoordigd. Verkade, Droste, Van Nelle: blikken voor luxe goederen als cacao, koekjes of sigaren. Dat is wat gespaard wordt, waar verzamelaars naar uitkijken op rommelmarkten en ruilbeurzen.

Gewone conservenblikken ontbreken bijna geheel. Die worden niet verzameld. Wie zet er nou sperzieboontjes of lunchworst in de vitrine? Bovendien: eenmaal open zijn ze maar moeilijk te bewaren, zo zonder deksel en met die scherpe randjes. Na tweehonderd jaar zijn conservenblikken daarmee vooral een gebruiksgoed gebleven.

Blik op Blik is tot 19 september te zien in het Historisch Museum in Deventer.

Blik op blik - Mienke Simon Thomas, Evert van de Weg – Thieme Art – ISBN: 9789078964520 - € 19,95

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl