Auto-industrie dringt crisis naar achtergrond
Door redacteur Louis Dekker
Tientallen persconferenties per dag. Directieleden van autofabrikanten die aan de hand van een heuse dienstregeling interviews afwerken en dolblij zijn met een rookpauze of een minuutje frisse lucht. Journalisten die proberen 48 uur in een etmaal te proppen.
Twee dagen lang is de mondiale autopers 'gemasseerd' in Geneve. Autojournalisten en fotografen deden op de Autosalon-persdagen hun best om autonieuws een paar seconden eerder te brengen dan hun concurrenten. De media hebben hun werk gedaan, heet nieuws is de wereld rondgepompt en de meeste journalisten keren huiswaarts.
Hotels juichen, want ze kunnen hun kamers nogmaals verhuren. Geneve is tijdens de persdagen zó populair, dat ze alleen een kamer verhuren als je minstens drie of vier nachten betaalt. Uiteraard weten ze heel goed dat het gros van de pers maar twee nachten blijft. Potlood Vandaag gaat de belangrijkste auto-tentoonstelling ter wereld open. De bezoekers zijn voor het leeuwendeel mannen. Mannen die dol zijn op snelheid, cilinders en paardenkrachten. CO2 vinden ze doorgaans minder interessant, maar er is dit jaar geen ontkomen aan.
Waar groen nu nog wordt geassocieerd met Toyota en Prius-lookalikes, is op de 80ste Salon de l'Automobile te zien dat nagenoeg alle merken groen hebben omarmd. Natuurlijk om het milieu te sparen, maar vooral omdat ze mogelijkheden zien voor groei. Na het rampjaar 2009 azen ze op prettige vooruitzichten, kansen en (toverwoord) uitdagingen. Het wemelt van hybrides op de beursvloer. Uiteraard bij grote fabrikanten als Mercedes, BMW en Honda, maar ook merken als Porsche en Ferrari zijn verder dan een schets met potlood. Een traject als Amsterdam-Arnhem is trouwens nog steeds niet te overbruggen, want de auto's kunnen in het gunstigste geval dertig kilometer volledig elektrisch rijden.
Deprimerend Dat neemt niet weg dat zuinig rijden hot is. Zo toont Fiat in de kleine, populaire 500 een tweecilinder die veel minder dorstig is. Daarmee wordt de 500 voor de tweede keer retro; de twee cilinder-motor verdween in de jaren tachtig en maakt komende zomer een comeback. De sfeer in Geneve is heel anders dan vorig jaar. Editie 79 werd bedorven door de megacrisis die alle merken raakte en Opel en Saab bijna de kop kostte. Terugblikkend zeggen veel exposanten dat het vorig jaar een deprimerende toestand was op de beursvloer. Dit jaar is het anders: er heerst voorzichtig optimisme.
Of zoals NRC Handelsblad cynisch over de jaarlijkse lofzang op de automobiel kopt: Autoshow Genève feest van ontkenning. Fabrikanten schermen met nieuwe modellen, kansen en uitdagingen.
Fleurig De crisis is natuurlijk nog steeds aan de orde van de dag, maar wordt een paar dagen naar de achtergrond geduwd. En hoe tegenstrijdig het ook klinkt, daar is veel geld voor uitgetrokken. Schnabbelgrage popsterren worden ingevlogen om door middel van een spetterend mini-optreden het imago van een merk op te krikken. Justin Timberlake, Maria Mena en Shakira hoeven zich voorlopig niet meer druk te maken om de ingestorte verkoop van hun cd's. Opvallend is ook dat de beursbabes, die vorig jaar door veel merken waren wegbezuinigd, massaal zijn teruggekeerd. Bovendien zijn ze fleuriger gekleed. Autofabrikanten kiezen daar bewust voor, omdat ze hoop en optimisme willen uitstralen. Immers: bij de pakken neerzitten levert geen omzetgroei op. De 'gewone' bezoeker zal er weinig van merken. Vanaf vandaag gaat de hand weer op de knip. Justin, Maria, Shakira en de beursbabes zijn naar huis. De auto's moeten het werk de resterende anderhalve week zélf opknappen.