Opvang repatrianten in kamp Amersfoort · Ad Windig/MAI

Terug uit de kampen: ontroerend weerzien in Oegstgeest

De spanning voor de mensen die terugkeren uit de kampen is bijna ondraaglijk. Ze zijn dicht bij huis, maar de reis terug lijkt een eeuwigheid te duren. Wie zullen ze straks aantreffen? Leeft hun familie nog? Zullen hun vrienden hen opwachten?

Repatrianten op weg naar West-Nederland, dat na een periode van quarantaine eindelijk vrijgegeven is, strandden deze week in Amersfoort. Er reed geen trein of bus meer verder. Hoe bitter voelde het dat velen, na alle ontberingen die ze hebben doorstaan, noodgedwongen moesten overnachten in kamp Amersfoort, het voormalige SS-kamp van de Duitsers.

"Het bevrijde Nederland verwelkomt zijn terugkerende ballingen op deze manier", zegt de Joodse Eli Dasberg, ontdaan door wat hem en zijn familie is overkomen. "Bep kreeg een woedeaanval en wilde beslist niet in de barakken overnachten. Ze ging demonstratief op een stoel zitten vóór de barak en wilde haar hoofd niet buigen. Maar er was geen transport meer naar Amsterdam en we moesten wel toegeven."

Coen Rood, die eindelijk na een lange reis aankwam op het Centraal Station in Amsterdam, werd kil teruggefloten toen hij direct op zoek ging naar bekenden. "Jullie Joden hebben altijd wat", beet een agent hem toe. "Blijf staan waar je staat. Die flauwe smoesjes van jullie, iedereen moet wachten. Vooruit op je plaats." Nog twee volle uren duurde het voordat Rood mocht gaan.

Zusjes Brilleslijper

Sommige repatrianten hebben het heft in eigen hand genomen. Lien en Janny Brilleslijper zijn erin geslaagd een lift te regelen naar Amsterdam. In Enschede, waar ze voor de zoveelste keer waren ontluisd en geregistreerd, hielden de twee zussen het niet meer uit. Ze zaten er bovendien ingedeeld bij NSB-vrouwen. Ze kregen toestemming om met een tandarts mee te rijden, die met de auto naar het westen reed.

De Joodse zussen zijn tijdens de oorlog actief geweest in het verzet en hebben talloze onderduikers geholpen. In een afgelegen villa in het Gooi slaagden ze erin bijna anderhalf jaar lang een onderduikgemeenschap in stand te houden, waar ze ondanks de permanente angst voor verraad ruimte creëerden voor toneel, zang en dans.

In de zomer van 1944 ging het mis, de onderduikers en hun verzorgers werden verraden en opgepakt. Janny en Lien gingen naar kamp Westerbork, hun echtgenoten en kinderen konden op tijd ontkomen.

Deportatie bracht de zussen in kamp Auschwitz en later in kamp Bergen-Belsen, waar ze onder gruwelijke omstandigheden wisten te overleven. Koste wat het kost probeerden ze bij elkaar te blijven om hun kans op overleving te vergroten. Ziek en ernstig verzwakt waren ze toen het kamp op 15 april werd bevrijd. Janny zweefde op het randje van de dood.

Toen de Joodse jonge vrouw binnentrad, stond iedereen op en applaudisseerde.

Trudy Braat-Bertel

Terwijl de zussen zich op de achterbank van de auto van de tandarts een voorstelling probeerden te maken van de hereniging met hun familie, was er in Oegstgeest een huisconcert aan de gang. Daar speelde Liens echtgenoot Eberhard Rebling piano voor een klein gezelschap.

De Duitse pianist en musicoloog, die al in 1936 naar Nederland was gevlucht voor de nazi's, had geen idee of zijn vrouw Lien nog in leven was, nadat ze met Janny was afgevoerd naar Auschwitz. Hij had na de bevrijding bij bekenden in Amsterdam een briefje achtergelaten, met daarop zijn verblijfadres in Oegstgeest.

De toeschouwers waren verbijsterd, toen er tijdens het concert plotseling op het raam werd gebonsd. "Wij zagen een flits van een donkere jonge vrouw en wip, daar vloog Rebling bliksemsnel van zijn pianokruk af, dwars door de anderen heen, naar buiten en in de armen van zijn vrouw, die zojuist uit Duitsland was gearriveerd," vertelt Trudy Braat-Bertel.

"Groot was de ontroering onder het publiek. Toen de Joodse jonge vrouw binnentrad, stond iedereen op en applaudisseerde en toen de zangeres weer met het onderbroken recitatief begon, Das Glück, es ist gekommen, barstte het applaus weer spontaan los en velen hadden tranen in de ogen."

Teken van leven

Ook Janny is herenigd met haar echtgenoot Bob en hun twee kinderen in Amsterdam. Het mag een wonder heten dat beide zussen hun gezinnen na zoveel ellende en ontberingen weer in de armen hebben kunnen sluiten.

Duizenden Nederlanders leven nog in onzekerheid over het lot van hun geliefden. Op allerlei manieren zijn mensen op zoek naar een teken van leven. Het kan in veel gevallen nog weken of maanden duren, voordat zij duidelijkheid zullen krijgen.