Laatste barak Bergen-Belsen in brand gestoken · publiek domein

Bergen-Belsen afgebrand

Van het beruchte concentratiekamp Bergen-Belsen is bijna niets meer over. De Britten hebben vandaag uit angst voor de verspreiding van besmettelijke ziektes de laatste barakken in brand gestoken met vlammenwerpers. Dat gebeurde bij een kleine ceremonie onder toeziend oog van militairen en oud-gevangenen.

In het kamp heerste een tyfus -en luizenepidemie en de enige manier om die de kop in te drukken was door alles te verbranden: barakken, tenten en ook de kleding van de gevangenen. De bijna 60.000 overlevenden zijn overgebracht naar ziekenhuizen en een kazerne in de buurt.

Na de bevrijding van concentratiekamp Bergen-Belsen zijn nog enkele duizenden gevangenen gestorven. Bijna vier weken na die bevrijding vechten nog altijd overlevenden voor hun leven.

Massagraven

De doden die overal op het terrein lagen, zijn in massagraven gelegd. Ook dit moest snel gebeuren om verspreiding van ziektes tegen te gaan.

Mensen sterven nu nog door uitputting, aan ziektes, maar ook aan te vet eten.

De Britten hebben in korte tijd noodhospitalen ingericht om al die duizenden en duizenden zwaar zieke mensen uit heel Europa te kunnen verzorgen. Aan alles is een tekort en de militairen moeten overal voedsel en medicijnen vandaan zien te krijgen.

Die lippenstift gaf hun hun menselijkheid terug.

Luitenant-kolonel Gonin

Eind april kwam er tot verbijstering van luitenant-kolonel Gonin, bevelhebber van een Britse ambulance-eenheid, een lading lippenstift aan bij de kazerne. Het bleek een godsgeschenk.

"Ik geloof dat niets voor de geïnterneerden meer heeft betekend dan die lippenstift. Vrouwen lagen in bed zonder lakens en nachthemd, maar met vuurrode lippen; je zag ze ronddolen met slechts een deken over hun schouders, maar met vuurrode lippen."

" Eindelijk had iemand iets gedaan om weer een individu van hen te maken, ze wáren iemand, niet langer slechts het nummer dat op hun arm stond getatoeëerd. Eindelijk konden ze weer belangstelling voor hun uiterlijk opbrengen. Die lippenstift gaf hun hun menselijkheid terug."

Ook de 14-jarige Hetty Werkendam uit Amsterdam wordt langzaam weer mens. Vanuit de kinderbarak is ze overgebracht naar het kazerneterrein. Ze woog nog geen 34 kilo en moest zich aan de leuning om hoog trekken om boven te komen. "We liepen een prachtige kamer binnen, waar niet meer dan twee bedden in stonden, met kraakheldere lakens. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik liep naar het bed en streelde de lakens."

Hetty slaapt alweer weken in haar bed en sterkt langzaam aan. Ze hoopt snel naar Nederland te kunnen. Ze vraagt zich dagelijks af of haar ouders nog leven.

Voorgekauwd

Ook de Joodse verzetsstrijders Lien en Janny Brilleslijper, via Westerbork en Auschwitz hier gekomen, denken aan hun terugreis en een hopelijk weerzien van hun geliefden en kinderen. Op de dag dat het kamp werd bevrijd, stortte de 30-jarige Janny uitgeput en zwaar ziek in.

Twee weken heeft ze tussen leven en dood gezweefd. Ze moest eten, maar kon het niet: haar mond zat vol zweren. Haar zus Lien (33) kauwde het eten voor.

Nu een paar weken later gaat het weer iets beter en hopen ook de zussen met een vliegtuig terug te keren naar Amsterdam.