Twee maanden geleden startte de Hanzehogeschool in Groningen een minor voor vluchtelingen. Het doel: hoogopgeleide vluchtelingen voorbereiden op het hoger onderwijs in Nederland. Want ook al hebben sommigen diploma's gehaald in de landen waar ze vandaan komen, in Nederland gelden andere eisen.
De studenten zitten ongeveer op de helft van hun minor. We vroegen wat ze er tot nu toe van vinden.
Amel Ahmed (30) werkte vijf jaar bij een grote Sudanese krant, Alsahafa. Ze wil niets liever dan weer als journalist aan de slag.
“Het blok intercultureel communiceren vond ik het leukst. We keken reclamefilmpjes om de cultuur van een land te leren kennen. Elke avond kijk ik televisie, van Nijntje tot Nieuwsuur. Want als journalist moet ik de taal perfect spreken.”
Khaled Shalabi (24) uit Syrië wil luchtvaartwetgeving gaan studeren. "Met mijn masterdiploma Engelse literatuur kom ik hier niet aan de bak. Iedereen spreekt al zo goed Engels."
Het belangrijkste wat hij tot nu toe heeft geleerd? Vrij te denken: "In Nederland kun je alles zeggen wat je wilt. Je hebt geen idee hoe waardevol dat is. En contact is zo laagdrempelig. In Syrië heeft de premier de status van God. Als ik hier iets wil aankaarten, dan kan ik bij wijze van spreken naar premier Rutte stappen."
Marwa Dalloul (26) studeerde accountancy aan de universiteit van Damascus. Maar haar masterdiploma geldt hier niet.
"Na deze minor wil ik mijn diploma laten omzetten en bij een groot belastingkantoor aan de slag. Alleen als ik onafhankelijk ben en mijn eigen geld verdien, ben ik een sterk voorbeeld voor mijn twee kinderen." Het onderwijs in Nederland vindt ze prettig: "Je krijgt les in kleine groepjes. In Damascus hadden we één docent voor 500 studenten."
Hussein Saleh is met zijn 37 jaar niet de jongste student meer. Maar oud voelt hij zich niet: "Het hele leven is leren. Als klein jongetje wilde ik arts worden, maar door de oorlog kon ik niet studeren. Ik had mijn eigen drogisterij, tot ik moest vluchten."
Via deze minor hoopt hij rechten te kunnen gaan studeren. "Misschien werk ik dan ooit bij het Internationaal Strafhof en kan ik onrecht aan de kaak stellen."