Drie mannen hebben een aanslag gepleegd op de redactie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Daarbij zijn twaalf doden gevallen, heeft president François Hollande bevestigd. Onder de slachtoffers zijn tien medewerkers van het blad en twee politieagenten, waarschijnlijk de bewakers van het pand.
Het was druk op de redactie van Charlie Hebdo vanwege een redactievergadering. Waarschijnlijk waren de daders daarvan op de hoogte. Ze drongen gemaskerd en zwaarbewapend het hoofdkantoor binnen en schoten wild om zich heen volgens ooggetuigen. Ze zouden hebben geroepen dat ze de profeet Mohammed kwamen wreken, die regelmatig de spotprenten van het blad sierde.
Onder anderen uitgever Stéphane Charbonnier en drie cartoonisten werden doodgeschoten. Na een vuurgevecht met agenten wisten de daders te ontkomen in een kleine zwarte auto. Er zijn beelden waarop te zien is hoe een van de mannen een agent doodschiet voor hij in de auto stapt.
De vluchtauto is achtergelaten gevonden aan de noordoostkant van Parijs. Daar hebben de daders een andere auto tegengehouden en de bestuurder gedwongen zijn voertuig aan hen af te staan. De Franse politie heeft bevestigd dat er drie vermoedelijke daders zijn geïdentificeerd. De drie zijn nog niet opgepakt.
Dag van nationale rouw
De Franse autoriteiten hebben het dreigingsniveau voor aanslagen voor het centrum van Parijs verhoogd tot het allerhoogste niveau. Kort na de aanslag zei president François Hollande er zeker van te zijn dat het gaat om een terroristische aanslag. "De daders zullen worden opgejaagd zolang dat nodig is en ze zijn gepakt, voor een rechter zijn gebracht en zijn veroordeeld."
Hij sprak vanavond het Franse volk toe. "Niets kan ons verdelen, niets kan ons scheiden. Wij zullen winnen", zei Hollande in een tv-toespraak. Morgen is er in Frankrijk een dag van nationale rouw. Er wordt een minuut stilte gehouden en op overheidsgebouwen hangt de vlag de komende drie dagen halfstok.
Steun voor Frankrijk
Ook andere regeringsleiders hebben hun verbijstering over de aanslag uitgesproken. Premier Mark Rutte noemt de aanslag een "laffe terreurdaad". "Dit raakt ons allemaal. Nederland staat schouder aan schouder met Frankrijk." Hij heeft president Hollande in een eerste reactie zijn medeleven betuigd en steun toegezegd.
De Britse premier David Cameron noemt de aanslag in Parijs "ziekmakend". Groot-Brittannië steunt Frankrijk in de strijd tegen terreur en het beschermen van de persvrijheid, zegt Cameron op Twitter. De Duitse bondskanselier Angela Merkel noemt het een aanval op het Franse volk, op de persvrijheid en op de vrijheid van meningsuiting.
Het Witte Huis veroordeelt de aanslag "in zo sterk mogelijke bewoordingen". President Barack Obama heeft Parijs hulp aangeboden bij de jacht op de daders. Ook de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker veroordeelt de “barbaarse” aanslag.
Beveiligd vanwege bedreigingen
De aanslag van vandaag op Charlie Hebdo staat niet op zichzelf. Het hoofdkantoor van het weekblad wordt al langere tijd beveiligd vanwege bedreigingen. Die hadden te maken met satirische publicaties over fundamentalistische moslims.
In 2006 kwam het blad onder vuur te liggen vanwege het publiceren van omstreden Mohammed-cartoons, die al eerder in het Deense dagblad Jyllands-Posten waren verschenen. Daar waren rellen over ontstaan in islamitische landen. Islamitische organisaties in Frankrijk spanden vervolgens, tevergeefs, een proces aan tegen het blad.
In 2011 kreeg Charlie Hebdo te maken met een aanslag met een Molotov-cocktail. Een grote ravage was het gevolg: de redactie brandde uit, computers en archief gingen verloren. De aanslag zou direct verband houden met een eenmalige uitgave van het blad genaamd 'Charia Hebdo'. De profeet Mohammed zou de gastredacteur van die editie zijn.