Lastige vragen voor MH17-onderzoekers in bijpraat-sessie

De nabestaanden van de omgekomen passagiers van vlucht MH17 worden vanmiddag vanaf vijf uur bijgepraat over het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp. Op een besloten bijeenkomst in Nieuwegein zal de leider van het onderzoeksteam, hoofdofficier van justitie Fred Westerbeke, vertellen hoe het er voor staat. Drie weken geleden heeft hij daarover ook al een brief aan de nabestaanden gestuurd.

Westerbeke kan kritische vragen verwachten van de nabestaanden. Zij willen onder andere weten waarom de onderzoekers blijkbaar geen dringende behoefte hebben aan betere radargegevens van 17 juli 2014. Nabestaanden menen dat het OM en de Nederlandse regering niet alles op alles hebben gezet om de radarbeelden van Rusland en Oekraïne te krijgen.

Ongeduld

Er komen zeker ook vragen over de duur van het onderzoek. Onder nabestaanden groeit het ongeduld naarmate het langer duurt. Ze willen heel graag weten wie er verantwoordelijk kan worden gehouden voor de dood van hun dierbaren. Zeker sinds de publicatie van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, over de toedracht, en van onderzoekscollectief Bellingcat, over de betrokkenheid van Russische militairen, hopen ze op snelle duidelijkheid.

Het strafrechtelijk onderzoek naar de schuldigen van de aanslag op vlucht MH17 wordt uitgevoerd door het zogeheten Joint Investigation Team (JIT), een samenwerkingsverband van Nederland, Oekraïne, Maleisië, Australië en België. Nederland heeft daarvan de leiding. Het JIT verwacht in de tweede helft van dit jaar voldoende strafrechtelijk bewijs over het wapen, de lanceerplek en de daders te hebben om een aanklacht te formuleren.

Op 17 juli 2014 werd een Boeing 777 van Malaysia Airlines neergeschoten boven Oost-Oekraine. Alle 298 inzittenden kwamen om het leven, onder hen 196 Nederlanders. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft vastgesteld dat dit is gebeurd door een Buk-raket, afgeschoten uit gebied dat in handen was van Russisch gezinde separatisten.