Voorlopig geen besluit over F-16's boven Syrië
Het kabinet neemt voorlopig geen besluit over het inzetten van Nederlandse F-16's boven Syrië. De situatie in het land is door de Russische luchtaanvallen nog complexer geworden dan die al was, zei premier Rutte op zijn wekelijkse persconferentie.
"De combinatie van landen die zich bezighouden met het Syrische conflict - Iran, de Verenigde Staten, Europa, Rusland - maakt het er niet eenvoudiger op. Dit vraagt om een strakke deconflictering."
Hij zei dat deze landen allemaal een heel verschillende opvatting hebben over de rol van de Syrische president Assad. De Russische aanvallen zijn "een extra factor om mee te wegen" in de besluitvorming over al dan niet deelnemen aan bombardementen op het land.
Rutte wilde niet reageren op de uitspraak van PvdA-Kamerlid Servaes vanmorgen. Die zei dat de kans dat Nederland mee gaat doen aan de bombardementen door de Russische aanvallen verder weg is dan ooit.
Voors en tegens
De voors van meedoen aan bombardementen van de internationale coalitie tegen IS, zijn volgens Rutte heel duidelijk. "Maar daar tegenover staat bijvoorbeeld de vraag: wat komt er in de plaats van IS? Er zijn allerlei andere organisaties, die klaar staan om het over te nemen en die soms nog erger zijn."
Minister Hennis zei vanmorgen al dat de coalitie tegen IS geen speelbal van de Russen moet worden. Moskou ondersteunt de Syrische president Assad met luchtaanvallen. Het Westen steunt de opstandelingen in Syrië die vechten tegen het regime.
Nederland doet met F-16's mee aan de internationale coalitie tegen IS, maar bombardeert alleen doelen in Irak.