ABN-top ziet af van loonsverhoging

De top van ABN Amro ziet af van de omstreden loonsverhoging van 100.000 euro. Het nieuws over het salaris van de zes leden van de raad van bestuur maakte deze week een golf van negatieve reacties los, ook van de eigen medewerkers.

Ook in de Tweede Kamer waren er boze reacties. Minister Dijsselbloem stelde de beursgang van ABN Amro uit, onder meer vanwege deze commotie.

Beursgang

Dijsselbloem schreef aan de Tweede Kamer dat hij veel vragen had gekregen van Kamerleden en dat hij "in het licht hiervan" de beursgang opschortte. Hij was zelf ook niet blij met de salarisverhoging. "Het helpt niet in het herstel van vertrouwen in de bankensector."

Schadelijk

ABN Amro zegt nu in een persbericht (.pdf) dat het de ontstane onrust begrijpt en betreurt. De storm aan kritiek is volgens de bank schadelijk voor klanten, ABN-medewerkers en het vertrouwen van het publiek in ABN Amro.

Door van de loonsverhoging af te zien, hoopt het bestuur van de bank dat de rust terugkeert. De bank heeft naar eigen zeggen met hart en ziel gewerkt aan de voorbereidingen op de beursgang.

707.500 euro

Uit het jaarverslag bleek vorige week dat de bestuursleden vorig jaar 707.500 euro verdienden. Een jaar eerder was dat 17 procent minder, namelijk 607.500 euro. Volgens topman Gerrit Zalm is de loonsverhoging doorgevoerd om de raad van bestuur te compenseren en valt de regeling binnen een wet die door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

In die wet staat dat topbestuurders van banken die staatssteun ontvangen geen variabele beloning meer mogen krijgen. Iets wat daarvoor wel mocht en ook in het arbeidscontract van de bestuurders stond. Bij goede prestaties konden die daardoor maximaal 50 procent extra verdienen in bonussen.

In de wet werd daarom opgenomen dat vanaf 2012 eenmalig het vaste loon mocht worden verhoogd met maximaal 20 procent. "Dat hebben we met 16,7 procent niet volledig benut", zei Zalm.