'Alsof een vlammenwerper op me was gericht'
"Toen ik bijkwam, was alles zwart. Ik kon niets zien. Het was als het begin van een film in de bioscoop, als de witte frames voorbijflitsen zonder geluid." Tsutomu Yamaguchi (29) had even geen idee wat er net was gebeurd.
Het was zijn laatste dag in Hiroshima, na een detachering van drie maanden in een scheepswerf daar. Toen hij vanmorgen rond 08.15 uur uit de tram stapte richting zijn werk, zag hij een enkel vliegtuig overkomen. Het wierp iets af aan twee parachutes.
"Ik keek ernaar en plotseling: een flits als van magnesium", herinnert hij zich. "Ik werd door een vurige wind omvergeblazen."
Toen hij weer overeind krabbelde op het veldje waar hij terecht was gekomen, twee kilometer van de explosie af, bleek hij zwaar gewond. Zijn linkeroor was gezwollen en bloederig, zijn haar weggeschroeid, zijn huid voelt "alsof er een vlammenwerper op gericht was".
Opvallend genoeg hebben de brandwonden op zijn lichaam het patroon van zijn streepjesbroek: het wit weerkaatste het verzengende licht, het zwart juist niet.
Boven het stadscentrum groeide een enorme rookkolom. "Als een tornado, maar hij bewoog niet. Het dijde alleen uit naar boven. Er was licht dat werd gebroken in een gecompliceerd ritme, als de patronen van een caleidoscoop."
Verbrande mensen, zowel kinderen als volwassenen. Sommigen waren al dood, anderen stervend.
Bij een ziekenhuis dat hij wist te bereiken werd hij weggestuurd. "'Als je nog kunt lopen moet je weg", zei het personeel." Hij weet twee collega's van de werf op te sporen. Beschermd door een heuveltje heeft de vuurgolf hen gemist, wel zijn ze geraakt door glasscherven.
De drie besluiten gezamenlijk de stad in te trekken. In de puinhopen van Hiroshima valt Yamaguchi een sinistere stilte op. "Er waren verbrande mensen, zowel kinderen als volwassenen. Sommigen waren al dood, anderen stervend." Veel slachtoffers zijn naakt doordat de explosie hun kleren heeft afgerukt, of verblind door het onaardse licht van de ontploffing.
In een groot gedeelte van de stad zijn alle gebouwen met de grond gelijk gemaakt, straten zijn onherkenbaar door het puin. Omdat de bruggen het begeven hebben, moeten ze een stuk van de rivier die de stad doorkruist overzwemmen; ze proberen de verbrande lijken in het water te vermijden.
Zwarte regen
Eten lukt niet, van een koekje dat hij krijgt moet Yamaguchi onmiddellijk overgeven. Wel heeft hij het geluk dat hij zich kan laven aan gebroken waterleidingen. Elders in de stad drinken wanhopige overlevenden dorstig de macabere regen die valt. Een zwarte, vettige regen.
Als de avond valt, sterven nog meer mensen. Yamaguchi, die een schuilplaats vindt onder een omgeslagen bootje, heeft maar een hoop. Als er morgen treinen vertrekken, kan hij naar huis. Zoals vanochtend de bedoeling was. Naar zijn vrouw en pasgeboren zoon. Weg uit deze hel. Terug naar Nagasaki.