Rotterdamse asocialen onder dwang naar Drenthe
Zo'n veertig Rotterdamse gezinnen zitten tegen hun wil opgesloten in heropvoedingskampen in Drenthe. Gewapende leden van de Binnenlandse Strijdkrachten hebben de gezinnen, die de gemeente als 'asociaal bestempelt, vannacht opgepakt en ze in legertrucks afgevoerd.
De gemeente Rotterdam had kort daarvoor het evacuatiebevel gegeven. "Als gevolg van wanbewoning, voortspruitend uit onmaatschappelijke gedragingen, waardoor er in de gemeente Rotterdam voor u en uw gezin voor het ogenblik geen woonruimte beschikbaar is, wordt u gelast de gemeente Rotterdam te verlaten. Ten einde te worden ondergebracht in een kamp in Drenthe", staat erin.
De operatie moest in het geheim gebeuren uit angst voor ongeregeldheden.
Je besefte eigenlijk nog niet eens of de oorlog nou is afgelopen, ja of nee.
"We werden uit ons bed gehaald en we moesten ons verzamelen. Er stonden Canadese vrachtwagens klaar", zegt Arie Roodbol. "Daarmee zijn we naar Drenthe gegaan, afgevoerd", zegt zijn broer Kik.
Hun ouders noemen het een deportatie. "Als kind ervaar je dat allemaal niet zo", zegt Arie. Hun moeder: "Er stond zelfs iemand met een geweer erbij. Je besefte eigenlijk nog niet eens of de oorlog nou is afgelopen, ja of nee."
Onwennig zit het gezin Roodbol - vader en moeder en hun zes kinderen - nu in een kamp in het Drentse Echten. Zo zaten ze nog midden in de stad, zo midden in het bos.
De opgepakte gezinnen woonden na het bombardement van Rotterdam in 1940 onder erbarmelijke omstandigheden in houten noodwoningen. Toen de Canadezen afgelopen mei de stad binnentrokken wisten ze niet wat ze zagen. De situatie waarin deze mensen verkeerden kon niet erger, noteerde de Canadese majoor Fraser. Ze hadden tbc, koudvuur en waren uitgehongerd. Alle huisraad was opgestookt, aan alles was een tekort. De mensen zaten onder de luizen en vlooien.
De Canadezen evacueerden de mensen naar het Landverhuizershotel van de Holland-Amerika Lijn. Daar ging het mis: de spanningen liepen hoog op. De zusters van het Vrouwen Hulpkorps hadden grote moeite de hotelbewoners onder de duim te houden en er werd gestolen. Rotterdam was klaar met deze asocialen en de gemeente besloot dat ze de stad uit moesten.
Nu zitten de Rotterdamse gezinnen in de bossen van Echten en Ruinen. In kampen die in de jaren dertig gebouwd werden in het kader van de werkverschaffing. Officieel zijn het gezinsoorden voor onmaatschappelijke gezinnen. De mannen zullen hier moeten werken en de kinderen gaan naar school. Vrouwen krijgen les in opvoeding en hygiëne maar leren ook naaien. Gezinsverzorgsters begeleiden de gezinnen. Veel vrijheid zullen ze hier niet hebben.
De familie Roodbol heeft geen idee hoelang ze hier moeten blijven. Ze zijn ondergebracht in een barak, ze passen er net in met z'n allen. De verwachting is dat nog meer asocialen uit Rotterdam en andere steden naar Drenthe zullen komen. Ook Overijssel wordt genoemd als opvanglocatie.