In het Gelderse Westervoort zijn drie mensen om het leven gekomen bij het ontmantelen van een Duitse antitankmijn. De slachtoffers zijn een Amerikaanse soldaat en twee Nederlandse jongeren die stonden te kijken.

De antitankmijn werd vlak na de bevrijding ontdekt nabij de oprit van een pontonbrug. Die was tijdens de bevrijding van de Veluwe aangelegd door de Canadezen, nadat de oude brug over de IJssel was opgeblazen. Dankzij de pontonbrug konden de geallieerden de noordelijke oever van de Rijn bevrijden.

De ligging van de antitankmijn bij de pontonbrug was gevaarlijk. Voor mensen die over de antitankmijn zouden lopen was het explosief geen gevaar, maar als er een voertuig overheen zou rijden, zou een explosie volgen.

De Amerikaan die verantwoordelijk was voor het bewaken van de pontonbrug, besloot langzaam de mijn op te graven en uit de grond te halen. Getuigen zeggen dat hij dit deed om "ongelukken te voorkomen".

Grote ontploffing

De 20-jarige Eduard en zijn neefje Willem Bennink (15) uit Westervoort stonden geïnteresseerd naar het tafereel te kijken toen het misging. Bij het optillen van de mijn ontstond er enorme ontploffing. Hierbij kwamen zowel de Amerikaan als de twee Nederlanders om het leven.

Hoogstwaarschijnlijk is de mijn ontploft doordat de Duitsers een valstrik onder het explosief hadden aangebracht. Volgens de mijnopruimingsdienst komt dit vaker voor bij Duitse mijnen. Daarom wordt dit normaliter altijd goed gecheckt voordat een soortgelijke mijn onschadelijk wordt gemaakt.