Kabinet-Gerbrandy II gevallen
De Nederlandse regering in ballingschap is gestruikeld over de vraag hoe er na de oorlog met collaborateurs moet worden omgegaan. Een verzoenende toespraak van minister Burger van Binnenlands Zaken leidde tot een breuk in het kabinet.
Minister Burger had op 14 januari via Radio Herrijzend Nederland betoogd dat er onderscheid moest worden gemaakt tussen 'foute' Nederlanders en Nederlanders die fouten hadden gemaakt. Zijn woorden vielen verkeerd bij de Nederlandse regering in ballingschap en in het nog bezette deel van Nederland.
Volgens premier Gerbrandy vergoelijkte Burger de samenwerking van sommige Nederlanders met de bezetter. De opstelling van de minister is in strijd met het beleid van de regering, zegt Gerbrandy. Drie dagen geleden nam minister Burger ontslag, op aandringen van de premier.
De handelwijze van de premier - die zijn collega's niet had geïnformeerd - werd afgekeurd door de andere sociaaldemocratische ministers. Ook zij dienden hun ontslag in, en dat leidde tot de val van het kabinet.
Toelichting
De minister had in zijn radiorede gesproken over het vraagstuk van de zuivering, waarvan hij onder meer zei: "Het gaat niet om het vinden van begane fouten, maar om het vinden van hen die fout zijn geweest."
Burger had zijn toespraak graag willen toelichten, maar diende zijn ontslag in toen bleek dat het vertrouwen tussen Gerbrandy en hem te ernstig verstoord was. Wat bij de kwestie misschien een rol speelde, is dat Gerbrandy al de hele oorlog in Londen verblijft, terwijl Burger pas in 1943 overkwam naar Engeland. Hij heeft dus van dichtbij meegemaakt welke moeilijke keuzes Nederlanders moesten maken, de premier niet.
Op 24 januari kreeg Burger zijn ontslag, waarna zijn geestverwanten Albarda en Van Den Tempel uit protest hun portefeuilles ter beschikking stelden. Er zijn nu twee mogelijkheden: het bestaande kabinet reconstrueren of een heel nieuw kabinet vormen.
Naoorlogse plannen
Gerbrandy trad aan als premier in september 1940, nadat de koningin het vertrouwen had verloren in de met haar gevluchte premier De Geer, die aandrong op onderhandelingen met Duitsland.
In tegenstelling tot zijn defaitistische voorganger heeft de Fries Gerbrandy als minister-president onvermoeibaar gestreden voor de Nederlandse zaak. Via radiotoespraken inspireerde hij, net als koningin Wilhelmina, het Nederlandse verzet.
Het kabinet hield zich naast de strijd tegen Duitsland en Japan vooral bezig met het voorbereiden van het naoorlogse bestuur. Zo werden plannen gemaakt voor de berechting van 'foute' Nederlanders, voor de terugkeer van het binnenlands bestuur en voor herstel van de economie. Ook over de verhouding met de overzeese gebiedsdelen werd nagedacht.