Het aantal bootvluchtelingen uit Afrika dit jaar dat de Europese kust niet gehaald heeft, is gisteren in één klap bijna verdubbeld. Er zaten mogelijk 950 mensen op de vissersboot uit Libië die gisteren op de Middellandse Zee kapseisde.
Slechts 50 mensen zijn gered, 24 lichamen zijn geborgen en naar de rest wordt nog gezocht.
Je vraagt je af waarom mensen de oversteek nog wagen, als de kans zo groot is dat je na dagen op zee de overkant niet haalt? Het tegendeel is waar, getuige de cijfers:
De meeste vluchtelingen komen dus wél aan. Dat is bekend in de landen waar de vluchtelingen vandaan komen. Dus hoe gevaarlijk ook, de kans is groot dat je Europa bereikt. Al bevelen ze de barre tocht niet aan.
Wie zitten er op de boot?
De meesten mensen vertrekken tegenwoordig vanuit Libië, maar ze komen uit heel Afrika. "Iedereen in het westen en oosten van het continent kent de Libië-route en weet dat de kans groot is dat de vluchtpoging lukt", zegt journalist Gerbert van der Aa, die begin dit jaar nog in Libië is geweest.
De stad Zuwara in het noordwesten van Libië is de grootste vertrekhaven voor vluchtelingen, zegt Van der Aa. "Zuwara staat bekend als smokkelhoofdstad. Van daaruit is het het kortst varen naar Lampedusa."
Van der Aa zegt dat de mensensmokkel een zaak is van verschillende milities, die daarmee enorm veel geld verdienen. Vanuit heel Afrika komen mensen naar Libië om de oversteek te maken. "Iedereen kent de Libië-route. De afgelopen jaren zijn het veel mensen uit Eritrea. Daar heerst een gruwelijke dictatuur. Zij zijn echte vluchtelingen." Ook uit Syrië en Somalië trekken vluchtelingen naar Libië - en van daar mogelijk verder.
Maar Van der Aa ziet ook een andere groep vertrekken: Nigerianen en Ghanezen. "Veel Libiërs kijken neer op zwarte Afrikanen", vertelt Van der Aa. De vluchtelingen voelen die afkeer en beseffen dat de smokkelaars tot alles in staat zijn. "Dat ze inderdaad met honderden tegelijk in een scheepsruim worden gestopt en dat op slot doen."