Waarom politici lelijk blijven en modellen worden opgepoetst

Fotografen hebben hun werk door Photoshop drastisch zien veranderen de afgelopen 25 jaar. Want zo lang is het fotobewerkingsprogramma op de markt. Het is een tool waar fotografen niet meer omheen kunnen. Of ze willen of niet.

Marcel van den Bergh herinnert zich de tijden van de analoge fotografie nog goed. Het waren zware tijden, zegt de 47-jarige fotograaf van de Volkskrant.

Dat gaat nu een tikkie anders, zegt Van den Bergh. "Nu kom ik thuis, pak ik een kopje koffie en ga ik achter m'n scherm zitten. Wel even wat anders dan de stank van de doka en de stress.”

Vroeger was het echt pielen in de doka.

Marcel van den Bergh

Wel of niet shoppen?

De opkomst van Photoshop is een zegen, maar tegelijkertijd heel gevaarlijk, vindt hij. "Je moet jezelf in de hand houden. Dat is soms heel lastig. Vroeger was het echt pielen in de doka. Zo moet je Photoshop ook gebruiken. Voorzichtig te werk gaan."

De grens komt steeds lager te liggen, vindt Van den Bergh. "Je kunt iemands ooglid nu veel eenvoudiger wit maken, waardoor ogen beter naar voren komen. Dat doe ik niet meer. Soms zie ik het zo goed, dat het irriteert. Het is onnatuurlijk. Het moet wel echt lijken."

Bij Spaarnestad Photo, een archief met meer dan 12 miljoen fysieke foto's, is er elke dag discussie over wel of niet shoppen. Soms worden er foto's ingescand of uitgeprint voor klanten. "Er mogen natuurlijk geen beeldelementen verwijderd of toegevoegd worden", zegt directeur Peter van den Doel. "Soms shoppen we een sticker weg die op een foto geplakt is. Dan reconstrueer ik de achtergrond. Degenen die de foto reproduceren, zitten niet te wachten op een lelijke sticker. Maar dat is wel het aller-aller-aller-alleruiterste wat we doen."

World Press Photo

Bij ’s werelds grootste fotowedstrijd hebben ze ook last van Photoshop. Tegenwoordig worden speciaal mensen ingezet om de ingezonden foto’s bij de World Press Photo op echtheid te controleren. Twintig procent van de inzendingen werd bij de laatste editie afgekeurd. Te veel trucage, aldus de organisatie.

Eduard de Kam checkt voor World Press de inzendingen op digitale manipulatie. Hij houdt over het gesjoemel bij de afgewezen foto’s stijf zijn lippen op elkaar. “Ik geef geen voorbeelden.”

Maar, zegt hij, over het algemeen zijn de regels kraakhelder. "Je mag niets van de foto afhalen of toevoegen. Alle methodes daarvoor zijn verboden. De centrale gedachte is: de foto is op één moment gemaakt. Contrast toevoegen mag wel, al zijn daar wel weer mitsen en maren aan verbonden. De prijswinnende foto van dit jaar met de ebola-patiënt was op het randje."

Eerste prijs in de categorie Algemeen Nieuws van fotograaf Pete Muller

Wel erkent De Kam dat mensen steeds minder tevreden zijn met wat een camera voor beeld maakt. “Er worden enorme trukendozen opengetrokken, om iets te maken wat niet eens meer op een foto lijkt.”

Consumenten zijn in de war door de opkomst van Photoshop, zegt De Kam. “Foto’s kunnen op een heel andere manier functioneren. Pak een krant. Op de ene pagina kan een nieuwsfoto staan, terwijl op de andere een foto staat van een gephotoshopte kunstuiting."

Waarom zien die politici er niet net zo mooi uit als die fotomodellen?

Eduard de Kam

Het onderscheid is minder duidelijk en dat heeft ook gevolgen voor de Mark Ruttes en Jette Kleinsma's van deze wereld. "Mensen denken: waarom zien die politici er niet net zo mooi uit als die fotomodellen – of net zo lelijk, wat je wilt. Dat is het soort verwarring dat ontstaat.”

Samen één geheel

Gijs Spierings houdt wel van een potje Photoshop. Hij maakt veel reclame-uitingen voor autofabrikanten. Hij shopt verschillende beelden samen tot één geheel. “De foto’s van de auto maak ik bij de dealer op de parkeerplaats. De omgeving creëer ik er zelf bij.”

Zoals bovenstaande foto. De gele wagen is geschoten bij de dealer, de tegels en het gebouw komen uit Leusden, de achtergrond is afkomstig van de zoutvlaktes in Amerika.

Hij hoort om zich heen de puristen klagen. “Ze zeggen: het ziet er niet uit, het is 'overbewerkt'. De reclamecampagnes van de klanten voor wie ik werk, zien er allemaal supergelikt uit. Het is maar net wat je smaak is.”

Deel artikel: