Rusland komt dinsdag, als de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) zijn eindrapport presenteert over de toedracht van de ramp met de MH17, met een tegenoffensief. Op het moment dat de raad in Nederland zijn persconferentie houdt en zeer waarschijnlijk concludeert dat het passagiersvliegtuig is neergestort door een Russische Buk-raket, presenteren de Russen hun eigen bevindingen.
Voor een persconferentie in Moskou van het Almaz-Antey Consortium, de producent van de Buk-raket, zijn honderden journalisten, ook Nederlandse, uitgenodigd. Experts van het bedrijf willen daar bewijzen dat niet Rusland maar Oekraïne op 17 juli vorig jaar de MH17 heeft neergehaald.
In Nieuwsuur correspondent David Jan Godfroid over de Russische kant van de zaak. Het lijkt erop dat de Russen bezig zijn met het zaaien van verwarring, zegt hij. "Er worden veel verschillende lezingen de wereld in geholpen, zodat er achteraf, als het eindrapport van het onderzoek naar de ramp er ligt, altijd kan worden getwijfeld aan de juistheid van de conclusie."
Volgens een powerpointpresentatie, die Almaz-Antey meestuurde met de uitnodiging, blijkt dat de MH17 is neergehaald door een Buk-raket van een type waarover Rusland sinds 1999 niet meer beschikt. De simulatie toont volgens het bedrijf ook aan dat de raket niet kan zijn afgevuurd vanuit het gebied even ten zuiden van Snizjne. Bij die stad, die in handen was van de rebellen, werd op de dag van de ramp een mobiele Buk-installatie gesignaleerd.
Rusland heeft zich steeds verzet tegen de theorie dat het vliegtuig, met 298 mensen aan boord, per ongeluk vanuit rebellengebied is neergeschoten, met een door Rusland geleverde raket.
De Russische plaatsvervangend ambassadeur Boris Zhilko zei in juli tegen Nieuwsuur dat het niet de competentie van de Onderzoeksraad is om te bepalen of de Buk Oekraïens of Russisch was. Dat zou meer in de lijn liggen van een strafrechtelijk onderzoek.
Volgens Almaz-Antey blijkt uit de plaats van de inslagen in de romp en de cockpit dat de raket is afgevuurd vanuit Zarosjtsjenskoje, een plaats die volgens de Russen op de dag van de ramp in handen was van het Oekraïense leger. Spionagesatellieten zouden daar ook twee Buk-installaties hebben gefotografeerd.
Andere theorieën
Al eerder kwamen er vanuit Rusland andere geluiden over de toedracht van de ramp. Enkele maanden erna publiceerde de Engelstalige staatszender Russia Today een documentaire, waarin gesteld wordt dat het toestel van Malaysia Airlines is neergehaald door een Oekraïens gevechtsvliegtuig. Het Oekraïense leger zou het toestel hebben verward met een Russisch militair toestel.
In december schoven Russische onderzoekers een getuige naar voren die deze theorie onderschrijft. Het is een oud-werknemer van de Oekraïense luchtmacht, die is overgelopen naar de Russen. Op 17 juli 2014 zou hij op een legerbasis een gevechtsvliegtuig hebben zien landen zonder de twee luchtdoelraketten die de straaljager bij vertrek nog bij zich had.
Satellietbeelden
Naast deze theorie ging ook al eerder het verhaal over de twee Buk-installaties in handen van de Oekraïeners. Enkele dagen na de ramp bracht het Russische ministerie van Defensie satellietbeelden naar buiten, waarop enkele Oekraïense Buk-raketwerpers te zien zouden zijn. Volgens het ministerie stonden de raketten op vuurafstand van vlucht MH17, die vier dagen daarvoor was neergehaald.
Maar het Britse onderzoekscollectief Bellingcat ontdekte dat de kaarten niet echt zijn. De gepubliceerde satellietbeelden zijn volgens de onderzoekers van een maand voor de ramp. Bovendien is op de kaarten een van de raketwerpers verplaatst, waardoor het lijkt alsof deze actief was op de dag van de ramp.
Bom
Verschillende Russische media brachten ook het verhaal dat er aan boord van het toestel een bom ontploft zou zijn. Deskundigen zeiden dat er sprake was van een terroristische aanslag en niet van Russische betrokkenheid.
Deze laatste theorie is hoogst onwaarschijnlijk, zegt David Jan Godfroid, maar het verspreiden van dit soort geruchten past in de strategie van Rusland om verwarring te zaaien. Al blijft dan de vraag, waarom de Russen er zo veel aan gelegen is om de conclusies van de Nederlandse raad te weerspreken.