Ivo Opstelten en Fred Teeven
Aangepast

EXTRA: Het vertrek van Opstelten en Teeven uitgelegd

  • Bas Haan

    Verslaggever

  • Bas Haan

    Verslaggever

Minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven zijn opgestapt vanwege de 'Teevendeal'. Officieel omdat de ambtenaren van Opstelten de minister in de Kamer lieten zeggen dat ‘het bonnetje’ van een deal met crimineel Cees H. onvindbaar was terwijl het er wel was. Premier Mark Rutte vindt hun vertrek onvermijdelijk. Lees hier een uitleg over de zaak.

Mocht Teeven de deal sluiten?

Met de inhoud van de deal zelf was volgens de afgetreden bewindslieden niets mis. Teeven benadrukte dat nog bij zijn korte toelichting naar aanleiding van zijn aftreden. Ook premier Mark Rutte stelde afgelopen vrijdag vast dat er toestemming van de top van het OM was voor de deal.

Hij zei erover: "Mocht Teeven dat doen? Daarover heeft toen het OM gezegd: 'ja dat mag hij doen als officier van justitie'." Precies over dit punt zou er bij het debat - dat beide bewindslieden niet meer voerden omdat ze aftraden - waarschijnlijk veel discussie zijn ontstaan. Omdat de Kamer op basis van de uitlatingen en brieven van Opstelten zélf, eenvoudig kon aantonen dat die toestemming er juist niet was.

Rutte blikt terug

Rekensom

De 1,25 miljoen die volgens Opstelten zou zijn overgemaakt, was dus de uitkomst van de volgende rekensom: 2 miljoen min 750.000 voor de Staat is 1,25 miljoen voor Cees H..

Maar die 1,25 miljoen van Opstelten is in werkelijkheid 4,7 miljoen. Dat is wat de advocaten van Cees H. al sinds de eerste uitzending van Nieuwsuur beweren en wat Nieuwsuur vorige week zelfs tot op de cent nauwkeurig onthulde: 4.710.627,18 gulden.

En daar begint het probleem voor de minister. Na het debat vorig jaar neemt Opstelten de vlucht naar voren door terug te komen op zijn stellige uitspraken over het bedrag. Dat begon door op 8 april in een brief te schrijven: 'Over wat feitelijk is overgemaakt, heb ik met uw Kamer niet gesproken. In het debat heb ik aangegeven, dat ik voor het debat geen bankrekeningen ben nagegaan.'

Over wat feitelijk is overgemaakt, heb ik met uw Kamer niet gesproken. In het debat heb ik aangegeven, dat ik voor het debat geen bankrekeningen ben nagegaan.

Brief minister Opstelten aan de Twede Kamer, 8 april 2014

En op 3 juni schrijft minister Opstelten aan de Tweede Kamer: 'Mocht [..] de indruk zijn gewekt dat ik over exacte betalingsgegevens beschikte, dan betreur ik dat.'

Maar let wel, hij heeft het over ‘wat feitelijk is overgemaakt en over ‘exacte betalingsgegevens. Dat zou die 1,25 miljoen zijn. En daar zou de minister mee weg hebben kunnen komen door excuses voor zijn rekensom te maken, zonder over exacte gegevens te beschikken.

Startpunt van de discussie

Maar iedere discussie over de rekensom houdt de discussie weg bij waar het om gaat, namelijk het startpunt van die discussie: de 2 miljoen.

Daarover heeft Opstelten niet de vlucht naar voren genomen. Die uitspraken betreurt hij niet. Toch deed hij die uitspraken over het uitgangsvermogen ten tijde van de deal, namelijk 2 miljoen, met dezelfde stelligheid.

En daar had hij in een debat nooit op terug kunnen komen. Want dat zou betekenen dat oud-minister Benk Korthals de Kamer verkeerd informeerde toen die 13 jaar geleden al schreef (16 april 2002 in antwoord op vragen van 1 maart 2002): '(…) de hoogte van de bij betrokkene aangetroffen vermogensbestanddelen, die ten tijde van de schikkingsovereenkomst 2 000 000 gulden bedroegen (…).'

Maar misschien nog wel belangrijker: als Opstelten op die 2 miljoen was teruggekomen, zou hij tevens hebben erkend dat het College ten tijde van de deal van de verkeerde gegevens uitging, want daarover schrijft Opstelten in zijn brief van 3 juni: ' (…) het bedrag van 2 miljoen gulden ten tijde van de schikking in 2000 waarover in het advies van het BOOM (Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie -red-) van 4 februari 2000 wordt gesproken.'

En dat is cruciaal. Die 2 miljoen is de basis voor de legitimiteit van de deal. Elf dagen na dat advies van BOOM, volgde aldus Opstelten de goedkeuring van het College: 'Het College is op 15 februari 2000 akkoord gegaan met de inhoud van de ontnemingsschikking', schrijft Opstelten al op 8 april.

En in diezelfde brief schrijft hij overigens nog een uitgebreidere motivering van de 2 miljoen: 'Het OM heeft er vanwege de problematische bewijslast – gelet op artikel 36e (oud) Wetboek van Strafrecht – betreffende de relatie tussen het vermogen en de bewezen verklaarde feiten voor gekozen om een schikkingsonderhandeling aan te gaan. Het College van procureurs-generaal (het College) heeft vervolgens het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) ten behoeve van het uiteindelijke schikkingsvoorstel om advies gevraagd. Uit dit advies van 4 februari 2000 bleek dat in de hiervoor genoemde conclusie van eis was vermeld dat ter bewaring van het recht van verhaal voor een op te leggen ontnemingsmaatregel vermogensbestanddelen in beslag waren genomen tot een bedrag van circa 5.085.700gulden en dat de waarde van dat beslag was gedaald tot circa 2 miljoen gulden. Na de totstandkoming van de ontnemingsschikking heeft het OM de bij de rechtbank aanhangige vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ingetrokken.'

Juist dat bedrag van 2 miljoen, de basis voor de deal en meermalen in parlementaire stukken vastgelegd, blijkt dus niet te kloppen. Er is namelijk 4,7 miljoen overgemaakt. Bovendien blijkt uit dit oorspronkelijke proces-verbaal dat al tijdens de beslaglegging op het vermogen van Cees H. in 1993 er 2,9 miljoen op Luxemburgse rekeningen stond. Dat kan alleen meer zijn geworden, nooit minder.

Omdat oud-minister Korthals al schreef dat de deal gebaseerd was op 2 miljoen ‘ten tijde van de schikkingsovereenkomst’, kan ook het verhaal over rente die niet meegerekend zou zijn -zoals de afgelopen dagen op verschillende plekken gesuggereerd wordt - geen stand houden.

Mocht [..] de indruk zijn gewekt dat ik over exacte betalingsgegevens beschikte, dan betreur ik dat.

Brief van minister Opstelten aan de Tweede Kamer- 3 juni 2014

Samenvattend

1. Als Opstelten die 2 miljoen had volgehouden als uitgangspunt, had hij het niet kunnen verdedigen. Dat bedrag kan namelijk niet kloppen gezien de overgemaakte 4,7 miljoen.

2. Als Opstelten die 2 miljoen zou hebben losgelaten als uitgangspunt, zou hij een nog groter probleem hebben. Dan zou hij namelijk indirect hebben toegeven dat Teeven geen toestemming van het College voor de deal had. En dan zou de Kamer wellicht al vijftien jaar verkeerd geïnformeerd zijn.

Daarbij is het natuurlijk extra opmerkelijk dat Teeven al 15 jaar weet hoe het zit, terwijl het College en de Tweede Kamer de verkeerde informatie voorgespiegeld kregen.

Het is dus erg interessant of premier Rutte vanmiddag alsnog gaat proberen uit te leggen dat de 1,25 miljoen van Opstelten een rekenfout was, zonder het over de 2 miljoen te hebben. Want nogmaals, al lijken die twee bedragen op het eerste gezicht om hetzelfde onderwerp te gaan, het is een wereld van verschil. Het verschil tussen ‘een rekenfout’ en het ‘structureel verkeerd informeren van de Kamer’.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl