Witte Kool, de grote platte Brunswijker
NOS Nieuws

Gezocht: lange holkruin, Delftsche groenpoot en dikke Leidsche winter voor zadenbank

  • Francien Yntema

    Redacteur binnenland

  • Francien Yntema

    Redacteur binnenland

Delftsche korte groenpoot. Of dikke Leidsche winter. Misschien lange holkruin, ook bekend als Utrechtsche platkop. Heeft iemand daar ergens nog levensvatbare zaadjes van liggen op zolder? Wetenschappers zoeken zaden van gewassen die tussen 1850 en 1950 in Nederland werden verbouwd en gegeten.

"Oude gewassen vertellen iets over onze geschiedenis", zegt Lana de Bruijn van de genenbank van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). "De schilderijen van Rembrandt en Van Gogh zijn cultureel erfgoed en oude gewassen zijn onderdeel van ons biocultureel erfgoed."

Neem bijvoorbeeld de grosse brune paresseuse. "Dat is een soort botersla die in de 20e eeuw werd geteeld in glazen kassen. In het midden van zo'n kas stond gewoon een kacheltje, zodat mensen ook in het vroege voorjaar al iets te eten hadden."

Een deel van de oude gewassen is door schaalvergroting afgedankt en in de vergetelheid geraakt, zegt onderzoeker Robbert van Treuren van het CGN. De opbrengst of de voedingswaarde was bijvoorbeeld te laag. Nu roept het CGN de hulp van het publiek in om oude zaden in handen te krijgen.

Gele komkommers

Het CGN maakte een lijst van 350 zogeheten 'erfgoedrassen'. Onderzoekers bekeken catalogi met gewassen die tussen 1850 en 1950 in Nederland werden verkocht. Ze selecteerden de rassen die belangrijk waren, bijzondere eigenschappen bezaten of een bijzonder verhaal vertellen.

Wat opvalt is hoe sterk groenten en fruit door de tijd zijn veranderd. Komkommers smaakten bijvoorbeeld tot ongeveer 1960 bitter en de 19e-eeuwse 'lange gele tros' kleurde oranjebruin als hij overrijp was. De rijpe versie van de 20e-eeuwse aurea-komkommer was geel.

Naast interessante verhalen bevatten de oude rassen ook waardevolle eigenschappen. "De gewassen die nu in de winkel liggen zijn erg uniform. De erfgoedrassen bevatten unieke eigenschappen die van pas kunnen komen als je nieuwe, weerbare rassen wilt maken", zegt De Bruijn.

Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland kweekte een aantal erfgoedrassen:

  • Centrun voor Genetische Bronnen Nederland
    Overrijpe vrucht van de Lange Gele Tros (een komkommerras dat vanaf 1876 in Nederland beschikbaar was) Bron CGN
  • Centrum voor Genetische Bronnen Nederland
    De Lange Violette Vroege (een aubergineras uit de jaren '60 van de vorige eeuw) Bron CGN
  • Centrum voor Genetische Bronnen Nederland
    Doorgesneden krop Succes (een witte kool die in 1936 in Nederland is geintroduceerd en waar zuurkool van werd gemaakt) Bron CGN
  • Centrum voor Genetische Bronnen Nederland
    Peul van de Blauwschokker (een kapucijner die in 1932 op de Nederlandse markt kwam) Bron CGN
  • Centrum voor Genetische Bronnen Nederland
    Rijpe vrucht van de Venlo'er Export (een augurkenras van begin 20e eeuw) Bron CGN

Het grootste deel van de erfgoedrassen is veiliggesteld. Zaden van ongeveer 300 erfgoedrassen zijn beschikbaar bij zaadleveranciers of zijn opgeslagen in de zadenbank in Wageningen, waar 24.000 zakjes van allerlei verschillende soorten oude en nieuwere zaden bij - 20 °C worden bewaard.

Er staan nog zo'n vijftig erfgoedrassen op een verlanglijstje. "Daar hebben we geen zaden van kunnen vinden. Niet in onze eigen zadenbank, niet bij zaadverkopers en ook niet bij buitenlandse zadenbanken. Daar willen we dus de hulp van het publiek bij, nu mensen misschien nog ergens in huis oude zaden hebben die nog niet dood zijn gegaan of zijn weggegooid", zegt de Bruijn.

Vandaag komen de wetenschappers met een top-5 van 'most wanted' rassen. Die groentes staan bovenaan het wensenlijstje omdat ze vanwege hun namen en plek van oorsprong het meest tot de verbeelding spreken.

Bijvoorbeeld de kennemerland, een watermeloen die veel in Nederland werd geteeld onder platglas, een soort lage kas. Deze meloensoort zou goed tegen ziekten kunnen, maar is in de jaren 70 verdreven door import.

Afbeeldingen van een aantal erfgoedrassen die in oude catalogi van zaadhandelaren te vinden zijn:

Een andere soort waar De Bruijn heel graag zaden van in handen zou krijgen is de Delftsche groene kortpoot; een kleine soort bloemkool die vroeg in het seizoen geoogst kan worden. Doordat hij vroeg volgroeid is, heeft een droge zomer minder impact op dit gewas.

Een aantal erfgoedrassen is dit jaar in levende lijven te zien in Wageningen. In een speciale tuin groeien daar de grosse brune paresseuse en verschillende oude erwtjes en granen.

Meerdere kolen werden daar slachtoffer van de vele slakken die er dit natte voorjaar zijn. Opvallend genoeg bleef de Sappemeersche spitskool die in 1923 in de handel kwam onaangeroerd.

"Dat is weer een voorbeeld van een eigenschap die in zo'n oud ras kan zitten", besluit De Bruijn. " Dat maakt het de moeite waard om erfgoedrassen te bewaren."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl