Drielingbroers waren onderzoeksobject (en dat wisten ze niet)
Begin jaren 80 werden ze bekendheden in de Verenigde Staten: Edward Galland, David Kellman en Robert Shafran. Een eeneiige drieling, vlak na hun geboorte van elkaar gescheiden en daarna opgegroeid in verschillende gezinnen. Na negentien jaar vonden ze elkaar bij toeval terug en dat werd toen breed uitgemeten in Amerikaanse media.
Maar hun vrolijke hereniging had een zwart randje. De drie jongens ontdekten dat ze onderdeel waren van een groot wetenschappelijk experiment met meerlingen. En dat ze doelbewust bij verschillende adoptieouders waren geplaatst. Een documentaire over de broers draait sinds deze week in Nederlandse bioscopen.
Dubbelgangers
Edward, David en Robert werden in 1961 geboren als zoons van een jonge moeder van 19 jaar. Een half jaar na hun geboorte werden ze ter adoptie afgestaan aan drie gezinnen met een verschillende sociaaleconomische status. Zowel hun adoptieouders als zijzelf hadden geen idee dat de jongens bij een drieling hoorden.
Daar kwamen ze pas achter in 1980. Als Robert in dat jaar nietsvermoedend zijn nieuwe school binnenloopt, wordt hij aangezien voor zijn broer Edward. De twee halen met hun opmerkelijke verhaal de media, waarna ook broer Robert - die zijn dubbelgangers in de krant herkent - erbij komt.
Robert Shafran en David Kellman staan hieronder op de foto bij de première van de documentaire Three Identical Strangers. Hun broer Edward Galland pleegde in 1995 zelfmoord.
Al snel beginnen hun adoptieouders vragen te stellen. Waarom wisten zij bijvoorbeeld niets af van de drieling? Al snel blijkt achter de scheiding van de drie broers een groot wetenschappelijk onderzoek schuil te gaan, van de in Oostenrijk geboren psychiater Peter Neubauer. Voor zijn 'Twin Study' liet hij tweelingen en drielingen in het geheim van elkaar scheiden om te onderzoeken hoe mensen worden wie ze zijn: door genetische aanleg of door opvoeding?
Deze vraag staat in de wetenschap bekend als het nature-nurture-debat. "Het is een oude vraag die nu eigenlijk niet meer bestaat", zegt Meike Bartels daarover in Nieuws en Co op NPO Radio 1. Bartels is hoogleraar genetica en welbevinden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. "Het idee van het onderzoek van Neubauer was: als de jongens verschillend zouden worden, dan zou opvoeding doorslaggevend zijn. Was dat niet zo, dan zou zijn conclusie zijn dat genen de belangrijkste rol spelen."
Een onderzoek als dat van Neubauer zou nu absoluut niet meer kunnen, zegt Bartels. "Er zijn ethische richtlijnen en internationale afspraken. Een onderzoek moet altijd vooraf door een ethische commissie worden gekeurd. En we kennen wetenschappelijke integriteit: geen enkele onderzoeker zou dit onderzoek nu willen uitvoeren. We doen wel onderzoek met tweelingen, maar die melden zich vrijwillig aan."
Wel wijst Bartels erop dat we het onderzoek naar de drieling in de tijdgeest moeten plaatsen. "Het was begin jaren 60, mensen verplaatsten zich veel minder dan nu. Ook waren er natuurlijk nog geen sociale media. Het idee van het onderzoek was, hoe onethisch dat ook is, dat geen enkele deelnemer er ooit achter zou komen."
De resultaten van het onderzoek van Neubauer, die in 2008 overleed, zijn nooit gepubliceerd. Het onderzoek werd in 1980 stopgezet en de onderzoekers waren bang dat de publieke opinie zich tegen hen zou keren als de resultaten openbaar zouden worden. Die liggen daarom in de bibliotheek van Yale University en zijn verzegeld tot 2065.