Wereld voor reizigers weer iets gevaarlijker geworden
Hugo van der Parre
Research-redacteur
De ontvoering van Derk Bolt en zijn cameraman Eugenio Follender in Colombia illustreerde vorig week nog hoe riskant het in sommige gebieden kan zijn. Zij bevonden zich in 'rood' gebied, een deel van een land waar Buitenlandse Zaken een bezoek sterk afraadt. Een ander voorbeeld is de recente aanval van moslimstrijders op een hotel in Mali, waar ook zes Nederlanders zaten.
Dertien landen zijn volgens Buitenlandse Zaken gevaarlijker dan twee jaar geleden. Daarvan wordt Turkije het vaakst door Nederlanders bezocht. Voor heel Turkije geldt een verhoogd risico op terroristische aanslagen. Bovendien zijn er sinds de mislukte coup van vorig jaar politieke spanningen en verstoorde relaties met Nederland en andere EU-landen.
Thailand en de Filipijnen
Ook een ander populair land voor Nederlandse vakantiegangers, Thailand, is onveiliger geworden. Politieke demonstraties kunnen er tot geweld leiden en door de rouw voor de overleden koning zijn feestelijke activiteiten beperkt. Ook in de Filipijnen kunnen demonstraties tot geweld leiden.
Egypte is onveiliger geworden door geweld, terroristische aanslagen en politieke spanningen. Vakantiegangers zorgen dat ze alert zijn en bereikbaar in crisissituaties. In Egypte, de Filipijnen en Turkije zijn bovendien 'rode gebieden', waar alle reizen sterk afgeraden worden.
Zuid-Amerika en Afrika
Honduras, Colombia en Venezuela zijn onveiliger geworden door gewelddadige criminaliteit, zoals berovingen, overvallen en ontvoeringen. In Venezuela is bovendien de politieke situatie gespannen.
Mozambique en Gabon hebben door politieke onrust een negatiever reisadvies gekregen. Dat geldt ook voor Macedonië, het enige Europese land waar het onveiliger is geworden. Door de politieke crisis zijn er in de hoofdstad Skopje en andere delen van het land dagelijks protesten.
Voor meer landen wordt nu aangeraden om er alleen in noodzakelijke gevallen naartoe te reizen. Dat aantal steeg van 22 in 2015 naar 26 nu. Dit geldt bijvoorbeeld voor het grootste deel van Eritrea, Venezuela, Mali en Pakistan.
Het goede nieuws is dat minder landen zo onveilig zijn dat Buitenlandse Zaken adviseert om er helemaal niet naartoe te gaan. In 2015 gold dit advies nog voor 13 landen; nu nog voor tien landen, waaronder Jemen, Syrië en Afghanistan.
De daling heeft vooral te maken met de ebola-uitbraak in West-Afrika die nu onder controle is. Daardoor vervallen de negatieve reisadviezen voor Sierra Leone, Liberia en Guinee. Nepal werd in 2015 ontraden in verband met de zware aardbeving. Het land is nu weer een stuk veiliger.
De site van het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gemiddeld 210.000 keer per maand geraadpleegd. Het callcenter van het ministerie krijgt daarnaast zo'n 3000 telefoontjes per dag van Nederlanders met vragen. Steeds vaker zijn het telefoontjes over familieleden die vermist lijken. In het overgrote deel van de gevallen blijkt al snel dat van vermissing geen sprake is, maar is iemand door slechte internetverbindingen een tijdje onbereikbaar.
In ongeveer zeventig gevallen per jaar blijkt er echt iemand verdwenen. Maar ook dat komt bijna altijd weer goed. In totaal moet de consulaire dienst zo'n 1000 keer per jaar echt in actie komen. Het gaat dan om Nederlanders die bijvoorbeeld zijn overvallen, overleden, vermoord, gearresteerd, vermist of in een ziekenhuis zijn opgenomen.