Zeker 68 kinderen omgekomen bij aanslag buskonvooi Syrië
Het dodental van de bomexplosie op het buskonvooi ten westen van de Syrische stad Aleppo is opgelopen naar 126. Onder de doden zijn zeker 68 kinderen, zegt het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten, dat is gevestigd in Groot-Brittannië en gebruikmaakt van een netwerk in Syrië. Het observatorium denkt dat het dodental nog verder stijgt.
Gisteren werd het konvooi van 75 bussen en zo'n twintig ambulances getroffen door een aanslag. Het gebeurde in Rashidin, bij de controlepost waar de evacués zouden 'oversteken. Volgens Syrische staatsmedia gaat het om een zelfmoordterrorist die zich in een auto opblies. Het konvooi bracht 5000 sjiieten uit rebellengebied naar regeringsgebied.
Op beelden van de plek van de aanslag zijn verkoolde en zwaar verminkte lichamen te zien. Ook strijders van de rebellen, die het konvooi in de gaten hielden, zijn omgekomen. Het konvooi kon enkele uren na de aanslag verder rijden. De verantwoordelijkheid voor de aanslag is nog niet opgeëist.
De onvrijwillige overplaatsingen maken deel uit van een afspraak tussen de Syrische regering en de rebellen om alles bij elkaar meer dan 20.000 mensen naar andere gebieden te brengen. Soennieten worden weggehaald uit de overwegend sjiitische plaatsen Foua en Kefraya, die al zo'n twee jaar zijn omsingeld door soennitische rebellen.
Sjiieten, die veelal het regime van Assad steunen, worden geëvacueerd uit Madaya en Zabadani, vlak bij Damascus. Die plaatsen zijn overwegend soennitisch en in handen van rebellen. Beide plaatsen worden belegerd door het Syrische leger en Hezbollah.
Critici spreken van deportaties. Zij zeggen dat Syrië zo definitief wordt verdeeld in gescheiden gebieden en dat mensen van verschillende geloofsgroepen en etnische groepen uit elkaar worden gehaald.
