Kiezer stemde met het hart: Nederland meer dan ooit veelstromenland
De Nederlanders hebben gisteren meer dan voorheen gestemd met hun hart. De strategische stem, waarmee mensen een partij de grootste willen maken of juist willen voorkomen dat een andere partij de grootste wordt, speelde dit keer veel minder een rol dan voorheen, al is nog niet duidelijk hoeveel mensen gisteren op Mark Rutte hebben gestemd om Geert Wilders de weg te versperren.
De kiezers deden wat het Nederlandse kiesstelsel bij uitstek mogelijk maakt: hun stemmen verdelen over een groot aantal partijen. Ze brachten maar liefst 13 partijen in de Tweede Kamer. Een record is dat nog net niet: in 1933, een crisisjaar voor de democratie, werden er 14 partijen in de Tweede Kamer gekozen.
Opgelucht
Toch haalden de leiders van het politieke midden gisteravond opgelucht adem. De door hen gevreesde vlucht naar het populisme bleef uit en de middenpartijen wisten zich te handhaven. Volgens premier Rutte is de boodschap van de kiezers dat Nederland veilig, stabiel en welvarend moet blijven. D66-leider Pechtold meende dat de chaos van de brexit en de verkiezing van Donald Trump de kiezers tot inkeer hebben gebracht. "De Nederlanders hebben na al dat lawaai van de afgelopen tijd gekozen voor redelijkheid." Maar het midden is sterker gefragmenteerd dan ooit.
De VVD is de winnaar van deze verkiezingen, maar haar winst is paradoxaal, want ze verliest wel acht zetels. De partij is ook duidelijk de grootste, maar behalve in 2010 had de grootste partij nooit minder zetels. De VVD behaalde toen 31 zetels.
Dromen
Achter de VVD en PVV lijken de middenpartijen CDA en D66 even groot te zijn geworden. Maar de VVD komt ook met het CDA en D66 niet aan een meerderheid. Sinds het begin van de jaren zeventig is het niet meer voorgekomen dat er geen meerderheidscoalitie van drie partijen te vormen was.
D66 heeft met 19 zetels haar op één na beste uitslag ooit behaald. Alleen in 1994 met Van Mierlo haalde de partij meer zetels. Ook het CDA won en was gisteravond zeer tevreden. CDA-leider Buma zei gisteravond dat niemand had kunnen dromen dat zijn partij zo'n mooi resultaat zou halen, maar in historisch perspectief is de uitslag van het CDA helemaal niet zo goed: alleen in 2012 haalde het CDA minder zetels.
Met de PvdA erbij verloor het midden flink, bijna 25 zetels. Ook als we GroenLinks en de ChristenUnie tot het midden rekenen, heeft het midden aanzienlijk minder zetels gehaald dan in 2012.
Regeren loont niet
De verkiezingen hebben ook duidelijk gemaakt dat regeren niet loont. Hoewel Nederland onder het tweede kabinet-Rutte goed uit de economische crisis is gekomen, de koopkracht stijgt, de werkloosheid daalt en er een overschot op de begroting is, zijn de coalitiepartijen ongenadig afgestraft. Ze haalden maar iets meer dan 40 zetels.
Nooit eerder kregen de regeringspartijen er zo weinig. Zelfs de partijen van het tweede kabinet-Kok, Paars 2, kregen er in 2002 meer. PvdA, VVD en D66 verloren in het jaar van Fortuyn ook dramatisch, maar hielden gezamenlijk toch nog 54 zetels over. Die drie verloren toen wel meer zetels dan VVD en PvdA nu, namelijk 43. VVD en PvdA verliezen er nu samen 37.
Toch is duidelijk dat Nederland gekozen heeft voor continuïteit. Het zal niet makkelijk worden, maar Mark Rutte kan zijn derde kabinet gaan vormen. En waarschijnlijk zal het zoals meestal in de Nederlandse geschiedenis een centrumrechts kabinet worden. Want ook dat is duidelijk: zonder D66 erbij heeft links het slechter gedaan dan ooit. PvdA, GroenLinks en SP halen samen nog niet eens 40 zetels; een aantal dat de PvdA in het verleden met gemak in zijn eentje haalde.