Campagnevoeren tegen Erdogan: daar is lef voor nodig
Recep Tayyip Erdogan is duidelijk: wie tegen zijn presidentieel systeem is, krijgt het moeilijk. In de eerste twee weken campagnevoeren voor Turkijes historische referendum, kreeg het nee-kamp te maken met intimidaties, arrestaties en ontslagen. De regering vergelijkt nee-stemmers met terroristen.
Op 16 april kan de Turkse kiezer stemmen in een referendum: 'ja' of 'nee' tegen aanpassingen van de grondwet. Als er een ‘ja' uit komt, verschuift de macht in Turkije van parlement en premier naar de president. Volgens Erdogan is dat goed voor Turkije: het land wordt beter bestuurbaar.
Tegenstanders noemen het de laatste stap naar een dictatuur. Ze proberen zich te mobiliseren, maar daar is lef voor nodig. "De regering hoeft geen wapens in te zetten. Er hangt zo ook al een sfeer van onderdrukking in het land."
Gözde heeft een blauw oog. Het is een week oud, dus al een beetje weggetrokken. "Een politieman sloeg me met zijn walkie-talkie", zegt ze droog. "Om mijn mond te snoeren." Het gebeurde op een namiddag, toen Gözde met een groepje vrienden aan het flyeren was in het Istanbulse stadsdeel Kadiköy, waar ze woont. 'Hayir', staat in rode letters op haar hesje: 'nee'.
Dat 'nee' is een nee tegen de veranderingen in de grondwet. Waar veel tegenstanders van president Erdogan in Turkije het al lang geleden hebben opgegeven, zet deze groep jongeren verbeten door. "Ze zeiden dat we geen oppositie mogen voeren tegen Erdogan. En dat we hier meteen weg moesten gaan", vertelt Gözde over de politieactie.
"Wij zeiden dat we gingen blijven, want dit is een verkiezing. We hebben het recht om onze mening te uiten." Daar waren de agenten het duidelijk niet mee eens. Gözde werd opgepakt. "Volgens de politie was ik de mensen op straat aan het opjutten. Maar we deelden alleen folders en krantjes uit."
Rechtszaak
Het is niet het enige incident waarbij het nee-kamp in de problemen kwam. Veel Turken reageerden verbaasd toen de populaire journaal-presentator İrfan Değirmenci vorige week plotseling door zijn werkgever Kanal-D werd ontslagen. Kort daarvoor had hij via sociale media laten weten tegenstander te zijn van Erdogans grondwetswijziging.
En er was Sera Kadigil, bestuurslid van de grootste oppositiepartij CHP. Zij ontpopte zich in de eerste dagen van de campagne als een scherpe prater en legde bij talkshows een stapel argumenten tegen de nieuwe grondwet op de tafel. Ze zette een filmpje op Twitter waarin ze uitlegt waarom ze 'nee' gaat stemmen bij het referendum.
Kadigil werd opgepakt en er loopt inmiddels een rechtszaak tegen haar. Die gaat niet over haar 'nee'-stem, maar over andere tweets, waarin ze volgens de aanklager de islam beledigde. Die tweets plaatste Kadigil in 2010 en 2011. Het tegenkamp weet genoeg: oppassen wat je zegt, want je hebt zomaar een rechtszaak aan je broek. Justitie vindt wel een reden.
En dan was er nog het interview van de krant Hürriyet met de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk over het referendum. Hij liet in het vraaggesprek weten tegen de grondwetswijziging te zijn. De krant besloot het interview niet af te drukken.
Noodtoestand
Campagnevoeren zal sowieso lastig worden voor het 'nee'-kamp. Sinds de mislukte coup van vorig jaar juli, is in Turkije de noodtoestand van kracht. Dat betekent dat de politie mensen mag arresteren zonder concrete verdenking. Openbare manifestaties organiseren, is door de zeer strenge regels nagenoeg onmogelijk.
De 'nee'-campagne wordt normaal gesproken geleid door oppositiepartijen. Dat zal voor de kopstukken van de op-een-na-grootste oppositiepartij, de voornamelijk Koerdische HDP, lastig worden. Zij zitten in de gevangenis. Dinsdag besloot de rechter dat een van de partijleiders uit het parlement wordt gezet en de ander een gevangenisstraf krijgt opgelegd van vijf maanden, wegens "belediging van het Turkse volk, de regering en staatsinstituties".
Daarnaast is het voor kiezers vrijwel onmogelijk zich vrij en onafhankelijk te informeren over de keuze die voorligt bij het referendum. Op dit moment zitten in Turkije 140 journalisten in de gevangenis. 180 redacties zijn in het afgelopen half jaar gesloten. Journalistenbonden schatten dat 90 procent van de media-uitingen inmiddels onder invloed staan van de regering.
Erdogan
President Erdogan en kopstukken van de regerende AK-partij zijn sinds twee weken op campagne, met manifestaties door het hele land. Wie van Turkije houdt, stemt voor de voorgestelde veranderingen, is de boodschap. Wie tegen stemt, is net als de terroristen: de PKK, IS of andere terreurorganisaties zullen immers ook 'nee' stemmen.
"Het bevel komt van de PKK. De PKK zegt: u zult 'nee' stemmen", zei Erdogan afgelopen week tijdens zo'n bijeenkomst in de stad Malatya. Hij vroeg het publiek retorisch: "de PKK zegt nee. Degenen die samen met hen 'nee' zeggen, zijn zij niet hetzelfde?"
Er hangt een sfeer van onderdrukking in het land.
Gözde loopt sinds haar vrijlating weer met haar vrienden in Kadiköy te flyeren. "Het bleek dat ik de president had beledigd. Ik zei 'dictator', dat vonden ze beledigend", vertelt ze over haar verblijf op het politiebureau. Ze blijft bij haar woorden en bij haar 'nee'-stem, zegt ze: "bij ons thuis heet een dictator gewoon een dictator."
Een oudere meneer neemt een foldertje van haar aan. Hij ziet een eerlijke campagne er niet van komen. "Er is nu al een onzichtbare druk", zegt hij. De regering geeft alleen maar wat signalen af, en iedereen weet genoeg. "Ze hoeven geen wapens in te zetten. Er hangt een sfeer van onderdrukking in het land."