Overleg over bed-bad-en-broodregeling toch geklapt
Het overleg tussen het Rijk en de gemeenten over een bed-bad-en-broodregeling is toch mislukt. Een akkoord leek nabij, maar staatssecretaris Dijkhoff schrijft aan de Tweede Kamer dat de besprekingen toch zijn stukgelopen.
Volgens Dijkhoff was het struikelblok de weigering van een aantal gemeenten om hun eigen opvang te sluiten. Dat zou ondermijnend werken voor een effectieve terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers, vindt de staatssecretaris.
Hij stopt nu de financiële ondersteuning die gemeenten krijgen voor die opvang. Ook wil hij de wet zo veranderen, dat hij sluiting van de gemeentelijke opvanglocaties kan afdwingen. Waarschijnlijk moet een volgend kabinet dat regelen.
De partijen overlegden ruim anderhalf jaar over wat er moet gebeuren met de gemeentelijke opvanglocaties voor afgewezen asielzoekers. De bedoeling was dat er acht 'sobere' locaties over zouden blijven. Omdat sommige gemeenten zich daar tegen bleven verzetten, is dat plan nu van tafel.
Regeringspartij PvdA noemt het teleurstellend dat het Rijk en de gemeenten niet tot een vergelijk zijn gekomen. Volgens Kamerlid Kuiken moeten uitgeprocedeerde vreemdelingen niet op straat leven, maar rust en begeleiding krijgen om te werken aan terugkeer.
"Een wetsvoorstel dat geen menswaardige opvang biedt en uitgeprocedeerden geen nieuw perspectief geeft gaan we niet steunen. Dit kabinet en het volgende kabinet moeten werk maken van goede bed-bad-brood-opvang, want er is nog nooit iemand beter geworden van op straat leven", zegt Kuiken.