Akkoord nabij over bed-bad-en-broodregeling
Rijk en gemeenten stevenen af op een akkoord over de bed-bad-en-broodlocaties, de gemeentelijke opvang van afgewezen asielzoekers die moeilijk het land uit te zetten zijn.
Vandaag overleggen staatssecretaris Dijkhoff en een aantal gemeenten om afspraken te maken over 'sobere' opvang van deze mensen. Er wordt al sinds april vorig jaar over gepraat. Volgens bronnen wordt in het akkoord opgenomen dat er niet zes maar acht locaties komen, verspreid over het land, waar afgewezen asielzoekers terechtkunnen voor noodopvang.
Daklozenopvang
De meeste asielzoekers die afgelopen jaar naar Nederland zijn gekomen hebben een verblijfsvergunning gekregen, waardoor de druk op die opvang nauwelijks toenam. Maar de laatste maanden stijgt het aantal mensen dat ten onrechte asiel aanvraagt. Zij komen uit veilige landen als Albanië, Marokko en Algerije.
Als deze mensen niet worden uitgezet komen ze op straat terecht omdat ze niet in de asielopvang mogen blijven. Gemeenten vrezen dat ze dan aankloppen bij de lokale daklozenopvang.
Kabinetscrisis
De opvang van afgewezen asielzoekers leidde in 2015 bijna tot een kabinetscrisis. De VVD wilde geen opvang voor deze mensen, omdat ze geen recht hebben op verblijf in Nederland. De PvdA wilde dat wel, omdat het in de praktijk lastig is om ze het land uit te zetten. Daardoor komen ze dus op straat terecht.
Er kwam uiteindelijk een compromis: zes 'sobere' opvanglocaties in de vijf grote steden en in Ter Apel. Maar daar waren de 25 gemeenten die nu een eigen opvang hebben het weer niet mee eens. Zij vonden dat veel te weinig plekken.
Boetes
Er volgden lange onderhandelingen met de gemeenten, maar nu lijkt er dus een akkoord in de maak. De acht zogenoemde 'Lokale Vreemdelingen Voorzieningen' zijn het belangrijkste onderwerp, maar de gesprekken gaan ook over boetes voor de gemeenten als terugkeer niet lukt en over de maximale duur van de opvang.
Een aantal gemeenten wil dat hun bemiddeling niet alleen tot uitzetting hoeft te leiden. Mensen moeten, als blijkt dat daartoe reden is, alsnog een verblijfsvergunning kunnen krijgen. De gemeenten stellen dat uit hun ervaring blijkt, dat 60 procent van de aanvankelijk afgewezen asielzoekers toch recht heeft op een verblijfsvergunning.
Ook willen de gemeenten zelf over de lokale opvang gaan. Die wordt nu bestierd door de Dienst Terugkeer en Vertrek, die verantwoordelijk is voor de uitzetting van migranten die illegaal in Nederland zijn. Als de gemeenten dat zelf doen leidt dat makkelijker tot een succesvolle terugkeer. Ook denken ze het vertrouwen van de vreemdeling te winnen.
Bovendien, zeggen zij, zou lokale noodopvang niet eens nodig zijn als de Dienst zijn taak goed zou uitvoeren.
Verbaasd
Een akkoord tussen Dijkhoff en de gemeenten die vandaag met hem praten betekent overigens niet het einde van de 25 lokale opvanglocaties. Wethouders uit bijvoorbeeld Deventer, Leiden, Smallingerland en Heerlen hebben de NOS al laten weten dat zij gewoon zullen doorgaan met het opvangen van mensen. Zij zijn verbaasd over de gesprekken van vandaag; zij waren daar niet over geïnformeerd.
Begeleiding
Op dit moment verblijven naar schatting tussen de 800 en 1800 mensen in gemeentelijke noodopvanglocaties. Zij hebben een dak boven hun hoofd, krijgen eten en in veel gevallen ook begeleiding in de gemeente waar ze verblijven.
De gemeenten die dat aanbieden denken dat begeleiding beter helpt dan het telkens weer oppakken en op straat zetten van mensen die niet weg willen, zoals de Dienst Terugkeer en Vertrek doet. Het kabinet wil gemeenten ruimte bieden voor lokale hulp, maar de gemeenten moeten dan wel het vertrek uit Nederland van deze mensen stimuleren.