Zwangeren kiezen massaal voor NIP-test
Zwangere vrouwen die een verhoogd risico lopen om een kind te baren met het syndroom van Down of twee andere afwijkingen kiezen er massaal voor om een NIP-test, de niet-invasieve prenatale test, te ondergaan. Dat blijkt uit een Trident-studie waarvan de resultaten recent gepubliceerd zijn in het vakblad Prenatal Diagnosis.
Aan die studie die werd uitgevoerd door het NIPT-Consortium deden alle ziekenhuizen in Nederland mee die prenatale diagnostiek aanbieden.
Bij die test wordt dna van het ongeboren kind uit het bloed van de zwangere onderzocht. Voor de introductie van de test kon dat alleen gebeuren met een vruchtwaterpunctie die een risico op een miskraam geeft.
Veiligheid
Van de 1211 hoogrisicozwangeren koos 86 procent voor een NIP-test. De meerderheid (90 procent) had voldoende kennis over NIPT en een overgrote meerderheid koos voor de test vanwege de veiligheid.
De nieuwe test kent ook tegenstanders. Die vrezen dat de NIP-test het aborteren van ongeboren kinderen met het syndroom van Down zou stimuleren. Uit een vragenlijst lijkt eerder het tegendeel te blijken. Van de grote groep vrouwen die voor de NIP-test zou kiezen gaf 58 procent aan voor een abortus te kiezen als hun ongeboren kind het syndroom van Down zou hebben. Bij de kleine groep vrouwen die voor een vruchtwaterpunctie koos lag dat op 87 procent.
Eigen bijdrage
De NIP-test komt per 1 april 2017 beschikbaar voor alle zwangere vrouwen. Tot nu toe mag de test formeel alleen gedaan worden in het kader van de in 2014 gestarte Trident-studie voor vrouwen die een hoog risico lopen om een kind te krijgen met het Down-syndroom, het Edwards-syndroom of het Patau-syndroom.
In de praktijk krijgen veel meer zwangeren de test aangeboden, bijvoorbeeld van hun verloskundige. Het bloedonderzoek vindt dan in België plaats. Toen Nieuwsuur enkele jaren geleden berichtte dat Nederlandse ziekenhuizen de NIP-test aanboden en die in België lieten uitvoeren, nam de druk snel toe om de test ook hier toe te laten.
Bij alle drie syndromen hebben de baby's een (ander) extra chromosoom. Voor de test gaat een eigen bijdrage gelden van 175 euro, net als voor een vruchtwaterpunctie.
Bij de syndromen van Edwards en Patau is de gezondheid van de baby's zo kwetsbaar dat de meeste kort na de geboorte of in het eerste levensjaar al overlijden. Down gaat gepaard met een verstandelijke beperking en lichamelijke afwijkingen die per individu sterk variëren.