'Ik zie een bont gezelschap strijders aan de rand van Mosul'
Afgelopen nacht is het langverwachte offensief rond de Iraakse stad Mosul begonnen, zo heeft de Iraakse premier bekendgemaakt. De Nederlandse journalist Hans Jaap Melissen is bij de troepen die zich rond de stad hebben samengetrokken.
"Ik ben nu ongeveer 25 kilometer van de stadsgrens van Mosul", vertelt Melissen in een telefonisch interview met het NOS Radio 1 Journaal. "Aan de oostkant, bij peshmerga-troepen. Het zijn er honderden om mij heen. Aan deze kant zijn het er iets van 4000, die dit front bedienen."
Melissen ziet met eigen ogen dat de aanval inderdaad is begonnen. "We staan nu op een heuveltje te kijken naar wat lege dorpen. Maar achter die dorpen zitten IS-strijders. Vanaf de andere heuvel wordt nu met tanks geschoten op die plekken, en je hoort hoog in de lucht ook straaljagers, waarschijnlijk Amerikaanse, die ook meedoen aan de aanval."
De omsingeling van Mosul wordt uitgevoerd door een bonte coalitie van strijdgroepen en militairen, constateert Melissen. "Zelfs binnen de groep waar ik nu ben is het een bont gezelschap. Dat zijn peshmerga-strijders, special forces, de gewone strijders, vergezeld van tanks en pantserwagens. Maar ik heb ook net Amerikaanse adviseurs gezien, zo worden ze genoemd, die meteen wegduiken als ze een journalist zien."
Daarnaast ziet Melissen ook Amerikaanse vrijwilligers tussen de peshmerga. "Dat zijn een soort avonturiers, huurlingen kun je ze ook noemen. Ze krijgen geen geld, zeggen ze. Het is dus een heel divers gezelschap."
Er staat hier naast mij een man klaar met een antitankgranaat.
De strijders weten nog niet precies waar IS zit, en zijn zeer op hun hoede voor verrassingsaanvallen van de terreurorganisatie. "Er staat hier naast mij een man klaar met een antitankgranaat. Die houdt hij gericht op het dorpje, want IS wil nog wel eens met een zelfmoordauto hiernaartoe rijden, soms zelfs twee achter elkaar. Dan kunnen ze met die antitankgranaat die wagen opblazen voordat die hier bij die honderden strijders is."
Volgens Melissen heeft niemand een idee hoe groot de tegenstand van IS zal zijn in Mosul zelf. "De getallen variëren enorm. In de mist van de oorlog gaat de waarheid snel verloren. Er gaan ook verhalen dat veel strijders al zijn vertrokken naar Raqqa in Syrië."
Melissen sprak hierover ook met de Iraakse generaal die de operatie leidt. "Hij gaat uit van enkele duizenden, het zouden er tienduizend kunnen zijn. Het is een verrassing wat ze zullen tegenkomen aan de rand van die stad."
"Maar zelfs als je 5- of 10.000 strijders hebt, is Mosul een hele grote stad. Dan zul je moeten kiezen in welke buurt je echt het zwaarste gevecht wil leveren, en andere buurten misschien moet opofferen. Ik denk dat ze te weinig mensen hebben om het goed te kunnen verdedigen. Ook dan kan het nog ontzettend lang gaan duren."
Verhalen over een grote stroom vluchtelingen neemt Melissen vooralsnog met een korrel zout. "Ik vraag het me af. Er zijn hier allerlei troepen die oprukken. Je komt in het kruisvuur terecht als je wilt ontsnappen. Je kunt ook door IS zelf worden doodgeschoten, want IS wil ze graag in de stad houden als menselijk schild. Dus ik denk dat heel veel mensen in eerste instantie vooral in hun huizen zullen blijven en afwachten hoe sterk IS nog is."
Want dat weten de inwoners zelf ook vaak niet. "Ik had gisteren nog contact met iemand die recent een inwoner van Mosul had gesproken. Die zei nog maar heel weinig IS op straat te zien. Dat zou kunnen betekenen dat ze ingegraven zijn voor dat laatste bloedige gevecht."