Turks staatsmedium publiceert lijst 'Gülen-organisaties' in Nederland
Het Turkse staatspersbureau Anadolu heeft gisteren en vandaag artikelen gepubliceerd over de organisaties en bedrijven in Nederland die banden zouden hebben met de islamitische geestelijke Fethullah Gülen. De Turkse president Erdogan houdt Gülen verantwoordelijk voor de mislukte coup van juli en beschouwt hem als een terrorist.
In de afgelopen dagen heeft zowel premier Rutte als minister van Buitenlandse Zaken Koenders grote druk uitgeoefend op Turkije. Den Haag wil dat Ankara zich niet te veel bemoeit met de Turkse gemeenschap in Nederland.
Rutte vroeg Erdogan zaterdagavond in een telefoongesprek om hulp om een tweespalt binnen de gemeenschap te voorkomen. En Koenders uitte gisteren zijn zorgen over de oplopende spanningen onder de Turkse Nederlanders in een persoonlijk gesprek met zijn ambtgenoot Cavusoglu.
Scholen
Persbureau Anadolu somt een lange lijst met scholen, culturele instellingen, ondernemersverenigingen en andere instellingen op die zouden sympathiseren met Gülen. Eerder zijn dergelijke artikelen verschenen over 'Gülen-gerelateerde' scholen en verenigingen in andere landen.
Wat het persbureau beoogt met de publicatie van de artikelen over Nederland en waarom dat precies nú gebeurt, is onduidelijk. De lijst is samengesteld door de correspondent van Anadolu in Brussel.
Van school gehaald
Ook het Rotterdamse Cosmicuscollege en de Amsterdamse basisscholen De Roos en de Witte Tulp worden in de artikelen genoemd. Die scholen kwamen de afgelopen dagen in het nieuws omdat veel leerlingen na de zomervakantie niet terugkeerden in de klas. De kinderen zijn door hun ouders van school gehaald omdat de scholen al in verband werden gebracht met de Gülenbeweging.
Eerder circuleerden online al lijsten met namen van ondernemers, scholen en instellingen die met Gülen zouden sympathiseren, maar de herkomst van die informatie is onduidelijk.
De opstellers van die lijsten roepen Turken op geen zaken te doen met de genoemde personen en bedrijven. Een aantal namen in het artikel van Anadolu stonden ook al op de lijsten op internet.