Vlucht MH17 vloog in juli 2014 over een gebied in het oosten van Oekraïne waar op dat moment gevochten werd.
NOS Nieuws

Overheid gaat vliegmaatschappijen beter infomeren

Veiligheidsdiensten gaan regelmatig dreigingsinformatie geven aan luchtvaartmaatschappijen. Dat hebben zij met elkaar afgesproken in een convenant. Aanleiding voor de nieuwe afspraken is de ramp met vlucht MH17.

Het uitwisselen van informatie zal gebeuren in een vertrouwelijke expertgroep onder leiding van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. In de expertgroep zitten leden van de luchtvaartmaatschappijen, inlichtingendiensten en ministeries.

Tot 17 juli 2014 werden vliegmaatschappijen alleen op de hoogte gebracht van acute dreigingen in het luchtruim. Na het neerstorten van het Malaysia Airlines toestel, dat vloog boven een gebied waar gevochten werd, riepen luchtvaartmaatschappijen en piloten het Rijk op om veel vaker dreigingsinformatie met hen te delen zodat zij goede risico-analyses kunnen maken voor veilige vliegroutes. Ook de Tweede Kamer vroeg hierom in een motie.

Bijvangst

In het convenant is afgesproken dat de overheid elke drie maanden luchtvaartmaatschappijen en piloten op de hoogte zal brengen van mogelijke dreigingen in het luchtruim.

Het gaat om 'bijvangst' uit andere lopende onderzoeken: informatie waar de diensten min of meer bij toeval op zijn gestuit. Het betreft geen informatie waar ze zelf actief naar op zoek zijn gegaan. Want, zo staat in het convenant, "de AIVD en MIVD hebben geen wettelijke taak, en daarom geen bijzondere bevoegdheden, om zelfstandig onderzoek te doen naar de vliegveiligheid van het luchtruim in het buitenland".

Luchtvaartmaatschappijen moeten op hun beurt de bij hen aanwezige dreigingsinformatie geven aan de overheid. Ook moeten ze aangeven over welke conflictgebieden ze vliegen en waarom ze dat doen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl