Je was bij een ongeluk betrokken, dus je wordt gestraft. Eerlijk of niet?
Vier jaar geleden werden de verdachten vrijgesproken omdat niet bewezen kon worden wie de bestuurder was van de scooter die een fataal ongeluk veroorzaakte in Nijmegen. Een voetganger kwam in januari 2010 om het leven toen de twee mannen op de vlucht sloegen voor de politie na een overval op een hotel.
Vandaag zijn beiden alsnog veroordeeld tot celstraffen, ook al is nog steeds niet duidelijk wie de bestuurder was. Beide mannen wijzen naar elkaar. Het Openbaar Ministerie kan niet bewijzen wie er liegt. Daarom besloot het hof in 2012 om beide mannen vrij te spreken.
Het OM was het daar niet meer eens en ging in cassatie. De Hoge Raad besloot dat de zaak moest worden overgedaan door het gerechtshof in Den Bosch. En dat hof veroordeelde beide verdachten vandaag wel. Ook al staat nog steeds niet vast wie het ongeluk veroorzaakte.
Gekunsteld
Strafrechtadvocaat Christian Visser noemt de uitspraak ‘gekunsteld en op het randje’. De argumentatie om beide verdachten te veroordelen vindt de advocaat niet overtuigend.
Het komt bijna niet voor in het strafrecht dat iemand wordt veroordeeld volgens het principe van collectieve aansprakelijkheid. Dit is veel gewoner bij zaken waarbij groepen gezamenlijk delicten plegen, legt Visser uit. Dan is er sprake van groepsaansprakelijkheid.
De advocaat staat regelmatig voetbalvandalen bij die in groepsverband berecht worden na rellen.
Voetbalvandalen
Bij voetbalrellen zijn bijvoorbeeld hooligans strafbaar als zij met anderen op pad gaan, terwijl ze weten dat het doel is om ruzie te zoeken en er toch voor kiezen mee te gaan, zegt Visser.
Rechtbanken veroordelen voetbalvandalen in zulke gevallen tot dezelfde straf omdat het lastig is om vast te stellen wie precies wat heeft gedaan. Door mee te gaan, maak je je in de ogen van veel rechters medeschuldig.
Dat gold ook recentelijk bij een zaak in Woerden. Een groep bestormde in oktober 2015 een noodopvang voor asielzoekers. Volgens het Openbaar Ministerie is ook in die zaak iedereen uit de groep medeschuldig, ook al is niet duidelijk wie er met vuurwerk gooide of hekken omver trok. "De groep als geheel heeft het geweld gepleegd en iedereen was vooraf op de hoogte", zei officier van justitie Nadine Franken tijdens de behandeling.
Doodgeschopte grensrechter
Een andere geruchtmakende zaak waar hetzelfde speelt, is die van de doodgeschopte grensrechter Richard Nieuwenhuizen in december 2012 in Almere. Het maakte in die zaak niet uit wie de fatale schop uitdeelde. Volgens de rechtbank was er sprake van medeplegen. De verdachten zijn, nadat één begon en de grensrechter op de grond duwde, allemaal begonnen te trappen.
Er was sprake van samenwerking, volgens de rechter. De een hoefde het voorbeeld van de ander niet te volgen. En dus zijn de verdachten niet alleen verantwoordelijk voor het eigen gedrag, maar ook die van de groep als geheel. En daarom is het ook niet meer belangrijk wie uiteindelijk de fatale trap heeft uitgedeeld. Alle verdachten deden mee. En dus dragen ze gezamenlijk schuld, zo is de juridische redenering.
Er was sprake van een intensieve samenwerking tussen beide verdachten en de vlucht was daar onlosmakelijk aan gekoppeld.
Dezelfde redenering volgt het hof in Den Bosch vandaag. De twee verdachten hadden afgesproken om een hotel in Nijmegen te overvallen. “Er was sprake van een intensieve samenwerking tussen beide verdachten en de vlucht is onlosmakelijk gekoppeld aan het daaraan voorafgaande gepleegde strafbare feit. De vlucht zat er als het ware ingebakken”, stelde het Openbaar Ministerie tijdens de behandeling van de zaak. ”Het maakt daarom niet uit wie de scooter daadwerkelijk bestuurde en het fatale ongeluk veroorzaakte”.
Het hof in Den Bosch is ook van mening dat beide mannen nauw hebben samengewerkt bij de voorbereiding van de overval. En dat de kans dat ze zouden moeten vluchten is ingecalculeerd door de overvallers. Daarom is volgens het hof bewezen dat er sprake is van medeplegen. Het doet er niet toe wie er reed. Beide zijn schuldig aan het veroorzaken van het fatale ongeluk.
Je kunt beter iemand die schuldig is laten lopen, dan iemand die onschuldig is ook opsluiten.
Volgens advocaat Visser zoekt het hof hiermee het randje van het strafrecht op. Hij vindt de redenering van het hof niet overtuigend. In het strafrecht hoort het principe te gelden dat iemand die onschuldig is niet veroordeeld wordt. “Je kunt beter iemand die schuldig is laten lopen, dan iemand die onschuldig is ook opsluiten”, volgens de advocaat.
Pijler
Hij vraagt zich af of in deze zaak echt bewezen is dat er sprake is van zo’n nauwe samenwerking dat er sprake is van medeplegen. Was er sprake van een echte bijdrage aan het delict of was de ander er alleen maar bij?
Volgens advocaat Visser is het een belangrijke pijler van het strafrecht dat vast moet staan of iemand iets wel of niet heeft gedaan voordat straf wordt opgelegd. De rechter heeft dit principe in deze zaak losgelaten. Visser noemt de uitspraak daarom ‘kantje boord’.
Het komt namelijk wel vaker voor de politie en justitie niet zeker weten wie wat precies gedaan heeft, bijvoorbeeld bij verkeersongelukken waarbij alcohol in het spel is, legt Visser uit. Soms wisselen bestuurder en bijrijder snel van plek waardoor niet kan worden bewezen dat dat de beschonken automobilist achter het stuur zat in plaats van de nuchtere bijrijder. In zo’n geval neemt politie ook zijn verlies. Je kunt iemand geen straf opleggen als je niet onomstotelijk kunt bewijzen dat iemand schuldig is.
Dat is ook de mening van de twee verdachten van vandaag. Zij hebben aangekondigd dat ze in cassatie willen gaan bij de Hoge Raad om de uitspraak aan te vechten.