Polman: we laten weer zien geen eendagsvlieg te zijn
Opnieuw stond Yette Broch met tranen in haar ogen na een handbalwedstrijd. Was dat vier jaar geleden nadat Oranje op onfortuinlijke wijze olympische kwalificatie had gemist, vrijdagavond waren het onvervalste vreugdetranen. Rio is nabij na de 24-17 zege op Frankrijk op het OKT in Metz. "Nou, het is nog niet honderd procent zeker", hield ze nog een slag om de arm.
"Dit is zeker een goede eerste stap", kon de cirkelspeelster toch niet ontkennen. "Het is een heel lekker gevoel en dit gaat ons zeker kracht geven voor de wedstrijd van morgen tegen Japan. Ik wil eigenlijk al springen en schreeuwen. Maar we zijn er nog niet, we moeten gefocust blijven."
Oranje begon stroef aan het duel met het gastland, de sterkste tegenstander in de poule van vier. "Maar de hele wedstrijd voelde ik al: er gaat een moment komen dat Frankrijk breekt. Dat zagen we de helft ook gebeuren. En wij bleven gaan, wij bleven knokken in de dekking. En je ziet: we gingen er gewoon overheen."
Met één been in Rio'
"We staan gewoon met één been in Rio", wond een opgetogen Estavana Polman er geen doekjes om. "Helemaal top. Maar goed, we moeten nu goed uitlopen, goed herstellen, want morgen wacht Japan, ook een belangrijke wedstrijd. Maar als je wint van de Fransen mag je echt wel even uit je dak gaan, lijkt mij."
Japan en daarna Tunesië moeten toch niet in staat worden geacht Oranje nog beentje te lichten in de poule, waarvan de twee beste landen een olympisch startbewijs verdienen. "Je moet nooit te vroeg juichen. We weten hoe het is om twee wedstrijden te winnen en toch niet naar de Spelen te mogen", ligt de bittere ervaring van vier jaar geleden nog vers in haar geheugen.
"We kwamen vanavond moeilijk op gang, we scoorden niet echt lekker. Maar uiteindelijk word je stapje voor stapje steeds beter en win je 'm uiteindelijk. Frankrijk, het thuisland, en dan win je gewoon met zeven goals verschil. Echt, echt geweldig! Boek dat ticket maar. We zijn er helemaal klaar voor. We laten gewoon weer zien dat we geen eendagsvlieg zijn."