'In 2010 hoorde ministerie over ontlastend materiaal Van der Dussen'

In 2010 hoorde het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het eerst dat in de zaak-Romano van der Dussen mogelijk dna-materiaal naar een andere dader wees. Dat schrijft minister Koenders aan de Tweede Kamer.

Van der Dussen zat sinds 2003 in een Spaanse cel wegens verkrachting. Vorige week kwam hij vrij, nadat het Spaanse hooggerechtshof hem had vrijgesproken.

Dna-materiaal en een bekentenis wezen naar een Brit als dader. Van der Dussen zelf heeft de verkrachting steeds tegengesproken.

Vertrouwensadvocaat

Koenders schrijft aan de Kamer dat het ministerie in 2009 op eigen initiatief een vertrouwensadvocaat heeft ingeschakeld. Een van de bevindingen was dat de verdediging van de Nederlander steken heeft laten vallen en dat er een dna-aanwijzing was in de richting van iemand anders, die met name werd genoemd.

De vertrouwensadvocaat maakte onder meer melding van een rapport uit 2007, dat niet eerder bij het ministerie bekend was, aldus Koenders. In dat rapport wordt geadviseerd het dna van een Brit te onderzoeken.

Advies

Volgens Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse ambassade Van der Dussen geïnformeerd over de bevindingen van de vertrouwensadvocaat en hem geadviseerd de aanbevelingen op te volgen.

Koenders schrijft verder dat in mei 2015 zekerheid ontstond over een dna-match van een spoor op een van de slachtoffers met de Brit. Volgens Koenders heeft de ambassade zich daarna ingezet voor een spoedige overdracht van het dna-materiaal van de Brit aan Spanje. Koenders zelf heeft zijn Spaanse collega om een "voortvarende behandeling" gevraagd.

Vraagtekens

CDA-Kamerlid Omtzigt, die al eerder vraagtekens zette bij de inzet van Buitenlandse Zaken voor Van der Dussen, heeft opnieuw scherpe kritiek op Koenders. Volgens Omtzigt wist Koenders al eerder dat de Nederlander onschuldig was dan de minister eerder beweerde.