Minder stembureaus bij het Oekraïne-referendum: is dat erg?
"Door minder stembureaus in te richten, halen gemeenten zich de verdenking op de hals dat het voor mensen lastiger wordt gemaakt te gaan stemmen", zegt Marcel Boogers, hoogleraar Innovatie en Regionaal Bestuur aan de Universiteit Twente. "Dat is vooral een probleem omdat de geldigheid van het referendum afhangt van de hoogte van de opkomst."
Boogers reageert hiermee op het bericht dat gemeenten bij het Oekraïne-referendum in april minder stembureaus inrichten dan bij de vorige verkiezingen.
"De resultaten verbazen mij in zoverre dat er meestal een vast aantal stembureaus wordt aangehouden." Boogers verwijst naar de Provinciale Staten verkiezingen in 2015 en de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014. De 323 gemeenten die reageerden, richtten destijds 7246 respectievelijk 7341 stembureaus in. Daartussen bestond een veel kleiner verschil dan nu met het aanstaande referendum, waar de gemeenten bij elkaar 6540 stembureaus in zullen richten. "Soms wordt ervan afgeweken, maar dat is dan meestal te wijten aan demografische veranderingen."
Minder geld
"Er waren wel al aanwijzingen dat gemeenten voor het referendum minder bureaus zouden gaan inrichten. Ze verwachten een lagere opkomst en ontvangen minder geld. Gemeenten krijgen wel iets, maar worden niet volledig gecompenseerd", zegt Boogers.
Gemeenten ontvangen in totaal 30 miljoen euro van het Rijk. Bij reguliere verkiezingen is dat 42 miljoen euro. Het organiseren van het referendum zou eenvoudiger zijn dan de organisatie van algemene verkiezingen. "Zo zijn er geen kieslijsten met partijen en is het tellen van de stemmen - alleen voor of tegen - gemakkelijker. De kosten liggen dan naar verwachting ook lager dan bij verkiezingen", is te lezen op de site van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Kip-ei-verhaal
De gevolgen van de daling laten zich volgens Boogers moeilijk voorspellen. "Of het erg is, weet ik niet. Het is lastig te zeggen of het de opkomst beïnvloedt. Bij een lage opkomst kan de Tweede Kamer de resultaten makkelijk naast zich neer kan leggen."
GeenStijl, een van de initiatiefnemers van het referendum, noemt de daling "schandalig". "Het terugbrengen van het aantal stembureaus voedt vooral onze stelling dat het er niet meer toe doet wat de kiezer wil in de huidige democratie."
Volgens de organisatie is er sprake van een kip-ei-verhaal. "Gemeenten zeggen bij hun besluit om het aantal te verminderen dat ze dat doen omdat er een lage opkomst verwacht wordt, wij zeggen dat je een lagere opkomst juist in de hand werkt als je minder bureaus opent dan gebruikelijk."
Bart Nijman en Jan Roos van GeenStijl hebben aangegeven geen campagne te zullen voeren voor of tegen het verdrag. Ze willen zich alleen richten op een hoog opkomstpercentage bij het referendum.
Goed voor democratie
Michiel van Hulten is niet blij met de daling. Als voorzitter is hij verbonden aan Stem Voor, een organisatie die campagne voert voor een ja-stem. "Dit referendum is van ons allemaal en een hoge opkomst is goed voor de democratie. Wij willen dat zoveel mogelijk mensen gaan stemmen op 6 april. Dat betekent dus ook dat we willen dat gemeenten de stembusgang zo goed mogelijk faciliteren."
Thierry Baudet noemt de daling "heftig". Hij is een van de aanjagers van het referendum en voert campagne tegen het verdrag. "Dit is wel heel veel. Ik snap het niet. Als ik de politiek was, zou ik het zo netjes mogelijk spelen. Ik snap dat gemeenten hier niet op zaten te wachten, maar het referendum komt er nu eenmaal."
Baudets hoop is dat er een tegenreactie op gang komt. "Het kan zijn dat er minder mensen gaan stemmen, maar het kan ook zijn dat de politiek dit als een boemerang terug gaat krijgen."
Melle Bakker, directeur van de Kiesraad, vraagt zich af of het de kiezer met minder stembureaus niet te moeilijk wordt gemaakt. "Als je niet in je eigen dorp kunt stemmen, wordt het wel een opgave. Dat is jammer. De toegankelijkheid van het stemmen moet gewaarborgd zijn. Maar dat is niet aan ons. Dat is de verantwoordelijkheid van de gemeenten."
'Referendum in diskrediet'
De woordvoerster van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken, Maria Zacharova, zei eerder dat Den Haag het referendum probeert te saboteren. "Het aantal stemhokjes is met meer dan vijftig procent teruggebracht", aldus Zakarova. Dat blijkt dus niet waar te zijn.
Volgens Zacharova neemt Den Haag stappen 'om te voorkomen dat de opkomst van 30 procent wordt gehaald'. Ook zou de politiek een campagne zijn begonnen om 'het idee van een referendum in diskrediet te brengen'.