'Nepal ligt nog vol puin, overheid is nergens te zien'
Het gaat nog lang niet goed met Nepal. Na de zware aardbeving, in april vorig jaar, hebben veel inwoners van het Aziatische land nog steeds geen huis. Doordat de wederopbouw op zich laat wachten, wonen drie miljoen Nepalezen in noodhutjes. De aardbeving kostte aan bijna 9.000 mensen het leven. Zo'n 500.000 huizen werden verwoest.
Nepalezen proberen zelf puin te ruimen, omdat de overheid zich na negen maanden nog steeds niet laat zien. “Die wilde Nepal liever eerst een nieuwe grondwet geven en daarna pas aan de wederopbouw beginnen”, vertelt NOS-correspondent Joeri Boom. Verwoeste dorpen moeten het daarom vooral hebben van hulporganisaties die geld geven. Ook de maandenlange blokkade van de grens tussen India en Nepal was een ramp voor de wederopbouw.
In een klein bergdorpje, op zo'n vijf uur rijden van de hoofdstad Kathmandu, is negentig procent van alle huizen vernietigd, ziet Boom. “Er ligt nog veel puin en ik zie tijdelijke onderkomens, zoals hutjes, gemaakt van bamboe en metalen golfplaten. De overheid is hier vrijwel volledig afwezig. Mensen die gezinsleden zijn verloren tijdens de aardbeving, hebben wat geld gekregen.” Volgens Boom was het geld aanvankelijk om eten en warme winterkleding te kopen. “Maar mensen vertellen me hier dat het geld is opgegaan aan het bouwen van noodhutjes. En geen wederopbouw, al negen maanden niet.”
Een van de organisaties die financieel bijspringt is Oxfam Nepal, die de situatie ‘ernstig’ noemt. “Met name als je gewoon naar het noorden van Nepal gaat, waar het erg koud is en waar het sneeuwt”, zegt Cecilia Keizer, landendirecteur van Oxfam Nepal. “Er sterven daar kinderen door de kou.”
Met een Nederlandse inbreng worden er nu veel projecten opgezet om de Nepalezen er langzaam weer bovenop te helpen. Zo zijn er bijvoorbeeld nieuwe drinkwatervoorzieningen aangelegd, die waren weggevaagd door landverschuivingen.
'Nederlands' geld
Nederland zamelde na de verwoestende aardbeving 28 miljoen euro in. Oxfam kreeg vier miljoen en daarvan is al zeventig procent gebruikt, vertelt Cecilia Keizer. “Toiletten aanleggen, maar ook ‘cash for work’ omdat mensen gewoon geld nodig hebben. We doen ook heel veel op het gebied van het weer opbouwen van irrigatiesystemen, zodat mensen hun inkomen niet verliezen.”
Nepal heeft geen centraal plan voor een veilige wederopbouw van huizen en wegen. Er is wel 4,2 miljard dollar toegezegd, maar dat krijgt het land pas als het met goede plannen komt. Sinds deze week is er een National Reconstruction Authority om het geld te verdelen en worden er mensen op pad gestuurd om onder andere trainingen te geven aan metselaars en timmerlieden, zodat zij veilig kunnen bouwen.
Als er iets instort wordt het überhaupt nooit opgeruimd. Dat is altijd zo geweest.
Cas de Stoppelaar, consul-generaal voor Nepal in Nederland, noemt het ‘wel schandalig’ dat het puin na de aardbeving nog steeds niet is opgeruimd. “Maar”, zegt hij, “ik kom al veertig jaar in Nepal en als er iets instort wordt het überhaupt nooit opgeruimd. Dat is altijd zo geweest. Dat zit een beetje in de traditie van het land.” De Stoppelaar reageert daarmee op correspondent Joeri Boom. “Het is wel waar wat Boom signaleert."
De blokkade bij de grens tussen India en Nepal is sinds afgelopen weekend doorbroken. Inwoners van beide landen verwijderden de tenten van Madhesi, een etnische minderheid in Nepal met een Indiase oorsprong. Ze blokkeerden de grens, omdat ze naar eigen zeggen gediscrimineerd worden in Nepal. Nu is het weer mogelijk om medicijnen, benzine en andere spullen tussen beide landen te vervoeren. Iets wat de wederopbouw van Nepal alleen maar ten goede komt.
Consul-generaal Cas de Stoppelaar hoopt dat het goed gaat komen met de wederopbouw van Nepal. “Ik ben niet al te optimistisch dat het snel zal gaan, maar er zijn natuurlijk wel heel veel acties aan de gang. Ook de internationale gemeenschap, zoals de Amerikanen, heeft besloten om de hulp aan Nepal te verviervoudigen. Dat geld gaat heus wel ergens terechtkomen”, denkt De Stoppelaar. “En vergeet niet dat de internationale gemeenschap als haviken zit toe te kijken dat het geld netjes wordt besteed.”