Advocaat Knoops wil Srebrenica-officier horen
Advocaat Geert-Jan Knoops wil oud-luchtmachtofficier Bart Wagenaar horen in de rechtszaak die Knoops voert namens een oud-Dutchbatter.
Wagenaar maakte ten tijde van de val van Srebrenica deel uit van het Defensie Crisis Beheersingscentrum. Hij hoorde hoe minister van Defensie Joris Voorhoeve de derde luchtaanval op de Bosnisch-Servische troepen annuleerde. Hij vertelt daarover in De Telegraaf.
Niet nieuw
Dat Voorhoeve de luchtsteun annuleerde is niet nieuw. Het Nederlands Instituut voor oorlogsstudies (NIOD) beschreef dat in 2002 ook al in zijn rapport over de val van Srebrenica. Ook was het direct na de val van Srebrenica al in het nieuws.
Wagenaar had nog geen getuigenis afgelegd over de val van de enclave; hij heeft nog niet eerder in het openbaar verteld over wat hij heeft gezien. Waarom hij nog niet was gehoord, is niet duidelijk.
Knoops heeft namens oud-Dutchbatter Derk een zaak aangespannen tegen de Nederlandse Staat. Derk lijdt aan PTSS. Hij houdt de Staat daarvoor verantwoordelijk. "De verklaringen van Wagenaar geven eens te meer aan dat Nederland verantwoordelijk was voor wat er in Srebrenica gebeurde," zegt Knoops.
Verantwoordelijkheid
Het punt waar het om gaat is hoe groot de Nederlandse verantwoordelijkheid is. Voorhoeve heeft steeds gezegd dat de VN ook al tot de conclusie was gekomen om de luchtsteun te annuleren. Maar volgens Wagenaar lag het besluit bij de Nederlandse regering.
De NAVO had op verzoek van de Verenigde Naties en de Nederlandse regering op 11 juni 1995, de dag dat de enclave viel, al twee luchtaanvallen uitgevoerd op de Bosnische Serviërs.
Voorhoeve blies het derde bombardement af omdat de enclave feitelijk al was gevallen, de Nederlandse compound door de Bosnisch-Serviërs was bezet en zij dreigden Nederlandse gijzelaars te doden.
Tien minuten eerder
Voorhoeve bevestigt dat hij een telefoontje pleegde om de luchtaanval te stoppen, maar herhaalt dat de VN dat tien minuten eerder zelf al had besloten. Hij is boos over de berichtgeving van de Telegraaf.
