Israël vernietigt huis van aanslagpleger

Israëlische militairen hebben vannacht het huis vernietigd van de Palestijn die eind oktober een aanslag pleegde bij een tramhalte in Jeruzalem. Premier Netanyahu heeft gezegd dat op korte termijn ook de huizen worden afgebroken van de twee mannen die gisteren gelovigen in een synagoge in Jeruzalem aanvielen.

De actie is bedoeld als straf voor de familie van de aanslagplegers. De familieleden kregen vorige week van het Israëlische leger te horen dat ze moesten vertrekken omdat het huis met de grond gelijk zou worden gemaakt.

Omstreden

Het vernietigen van Palestijnse huizen als straf is omstreden, maar Netanyahu wil dit weer vaker gaan doen. Hij zegt dat zijn land verwikkeld is in "een strijd om Jeruzalem". Voor 2005 werd deze maatregel vaak toegepast, maar volgens critici worden nieuwe aanslagen hiermee niet voorkomen.

Op 22 oktober reed de dader met zijn auto in op mensen die net uit de tram stapten. Twee mensen kwamen daarbij om het leven. De Palestijn werd vervolgens neergeschoten door de politie en overleed in het ziekenhuis.

De synagoge in Jeruzalem waar twee Palestijnen gisteren biddende joden aanvielen, is vandaag weer open voor gelovigen. Wel staat er beveiliging bij de deur. Bij de aanval kwamen vier gelovigen om, een politieman overleed later in een ziekenhuis aan zijn verwondingen.

Als reactie op de aanslag van gisteren gaat Israël controleposten opzetten bij de in- en uitgangen van Palestijnse wijken in Oost-Jeruzalem. "Het is heel lang geleden dat dat is gebeurd", zegt NOS-correspondent Monique van Hoogstraten.