Negen dopingzondaars in de Tour
Wanneer de Tour de France zaterdag begint in Utrecht, zullen er negen renners met een dopingverleden aan de start verschijnen. Daarvan komen er zes uit Italië, twee uit Spanje en een uit Portugal. Het negental op een rij.
Michele Scarponi (Italië, Astana)
Werd in 2007 voor achttien maanden geschorst nadat hij bekend had gemaakt klant te zijn van dopingarts Eufemiano Fuentes. In 2012 kreeg hij drie maanden schorsing voor zijn contact met een andere dopingarts, Michele Ferrari.
Filippo Pozzato (Italië, Lampre)
Ook Pozzato moest in 2012 in eerste instantie een jaar toekijken vanwege contacten met Ferrari. Door een fout met het papierwerk werd zijn uitsluiting teruggebracht naar drie maanden. Pozzato deed in 2009 voor het laatst mee aan de Tour.
Alejandro Valverde (Spanje, Movistar)
Stond na 1 januari 2010 lang buitenspel vanwege bloeddoping en keerde pas na twee jaar afwezigheid terug in het peloton. Werd veroordeeld voor betrokkenheid bij de zaak Operación Puerto. Valverde eindigde vorig jaar als vierde in de Tour.
Rui Costa (Portugal, Lampre)
Kreeg in 2010 een schorsing van vijf maanden aan zijn broek nadat hij positief was bevonden op het verboden middel methylhexaneamine. De wereldkampioen van 2013 liep tijdens de Portugese kampioenschappen tijdrijden tegen de lamp. Vorig jaar viel Costa in de zestiende etappe van de Tour uit.
Alberto Contador (Spanje, Tinkoff)
Tijdens de Tour van 2010 testte de tweevoudig winnaar (2007 en 2009) positief op het verboden middel clenbuterol. De Spanjaard zou naar eigen zeggen een besmet stuk vlees hebben gegeten. Ondanks het geringe aantal picogrammen clenbuterol in zijn bloed werd hij alsnog veroordeeld. Vorig jaar stapte Contador in de tiende etappe uit de Tour.
Damiano Caruso (Italië, BMC)
Werd in 2012 door het Italiaans Olympisch Comité voor een jaar geschorst wegens betrokkenheid bij een dopingzaak. Omdat de uitsluiting met terugwerkende kracht werd ingevoerd, verloor hij alleen zijn resultaten van 2011 en mocht hij blijven rijden. Caruso reed de Tour nog niet eerder.
Daniele Bennati (Italië, Tinkoff)
Werd betrapt op het gebruik van betamethasone tijdens Gent-Wevelgem in 2005. Ontving daarna alleen een publieke waarschuwing van de Italiaanse wielerfederatie. Bennati eindigde vorig jaar als 96ste in de Tour.
Giampaolo Caruso (Italië, Katjoesja)
Nam nandrolon en testte in 2003 positief op het verboden middel tijdens de Tour Down Under. Moest een half jaar toekijken. Caruso reed één keer eerder de Tour: in 2012 werd hij 37ste in het algemeen klassement.
Ivan Basso (Italië, Tinkoff)
2006 was het jaar waarin Basso gepakt werd. Hij moest twee jaar toekijken omdat hij ook betrokken was bij Operación Puerto. Hij bekende van plan te zijn geweest doping te gebruiken voor de Tour de France en werd op basis van die verklaring geschorst. Basso reed de Tour in 2012 voor het laatst.