Drank, wapens en racisme: olympiërs worden wel vaker weggestuurd

Weggestuurd worden van de Olympische Spelen, Yuri van Gelder is zeker niet de eerste die dat overkomt. Bij de laatste editie in Londen alleen al werden zeker tien atleten om uiteenlopende redenen op het vliegtuig gezet.

Zo werd de Vlaamse zwemster Fanny Lecluyse uitgesloten nadat ze een avond was gaan stappen en naar verluidt pas om 03.30 uur dronken in het olympisch dorp arriveerde. Haar landgenoot Gijs van Hoecke maakte het nog bonter. Hij werd naar huis gestuurd nadat hij voor het oog van de pers dronken een nachtclub werd uitgedragen.

De Australische roeier Josh Booth was op diezelfde Spelen zo teleurgesteld over zijn prestaties, dat hij in dronken toestand een paar ruiten kapot sloeg. Zijn lot? De schade vergoeden en per direct op het vliegtuig.

Maar alcohol is niet altijd de boosdoener. Booth's landgenoten Nick D'Arcy en Kenrick Monk plaatsten een foto op Facebook waarbij ze poseerden met wapens. Na de zwemwedstrijden moesten ze om die reden het dorp verlaten.

Ook de Griekse atlete Paraskevi Papachristou ging volgens haar nationale bond te ver op social media. Ze stuurde de volgende tweet de wereld in:

"Met zo veel Afrikanen in Griekenland hebben de West-Nijlmuggen in ieder geval eten zoals thuis."

De voorzitter van de Griekse afvaardiging was onverbiddelijk. "Ze heeft geen respect getoond voor de waarden van de Olympische Spelen. She's out."

Hotel

Ook privéperikelen liggen soms ten grondslag aan een enkele reis vaderland. Sprinter Kim Collins van Saint Kitts en Nevis besloot bijvoorbeeld een nachtje in een hotel tegen zijn vrouw aan te kruipen. Collins overtrad daarmee de teamregels en werd zonder pardon weggestuurd. Hij besloot na die beslissing nooit meer voor zijn land uit te komen.

Vier jaar eerder in Peking moest de Cubaan Ángel Valodia Matos eerder naar huis. Hij kon zich bij zijn potje taekwondo om de derde en vierde plaats niet beheersen: hij trapte een scheidsrechter in zijn gezicht.

Het zijn recente voorbeelden, maar weggestuurde olympiërs zijn van alle tijden. We vroegen sporthistoricus Jurryt van de Vooren wat volgens hem de bekendste voorbeelden zijn. Hij noemt de spelen van 1936. De Amerikaanse zwemster Eleanor Holm ging daar op eenzelfde manier als Yuri van Gelder in de fout.

"In 1932 behaalde ze al een gouden plak bij het zwemmen. Ze vertrok daarom vier jaar later om haar titel te verdedigen", legt Van Vooren uit. Holm pakte vanuit de Verenigde Staten de boot naar Europa. Maar ze zou nooit het olympisch dorp in Berlijn bereiken, omdat ze het volgens de Amerikaanse ploegleiding te bont had gemaakt tijdens de heenreis. "Ze zou zichzelf bijna in coma hebben gedronken."

De Nederlandse voetballers besloten lp's in te smeren met jam en die de Schelde in te gooien.

Sporthistoricus Jurryt van de Vooren

Bij het Nederlandse voetbalteam ging het mis tijdens de spelen van 1920 in Antwerpen. Na de Eerste Wereldoorlog was daar weinig luxe. De bobo's verbleven in de paar hotels die nog overeind stonden, de sporters zaten op een boot.

De voetballers waren al een tijdje op de Spelen en verveelden zich op een avond. "Dat waren gasten tussen de 20 en 30 jaar", zegt Van de Vooren. "Die moet je niet, zoals gebeurde, meenemen naar een bloembollententoonstelling. Ze besloten lp's, die in de boot lagen, in te smeren met jam en die de Schelde in te gooien."

Het Nederlands voetbalelftal in 1920

Toen Nederland besloot vier voetballers naar huis te sturen, kwam het team daartegen in protest. Er moest nog gevoetbald worden om de derde en vierde plek, en de aanvoerder weigerde te voetballen als de spelers geschorst zouden blijven.

Het besluit werd daarom teruggedraaid. Nederland verloor uiteindelijk dik, maar toch werd er een bronzen medaille behaald. Tsjecho-Slowakije liep uit onvrede over de scheids namelijk het veld af tijdens de finale. Toch deed de podiumplaats het Nederlands team geen goed: "Na de Olympische Spelen is het hele team ontmanteld."

Deel artikel: