Dit is een nieuwsbericht van
Rijnmond

Studenten testen eerste 'vliegende' waterstofboot ter wereld in Rotterdam

De laatste onderdelen worden nog eens extra gecheckt en dan gaat-ie te water: de eerste waterstofboot die ook nog eens kan 'vliegen'. De boot wordt dinsdag getest in de Eemhaven in Rotterdam en is ontworpen en gebouwd door studenten van de TU Delft. Na vijftien jaar van wisselende successen met een boot op zonnepanelen, nemen de studenten het volgende maand voor het eerst op met dit waterstofexemplaar in een internationale duurzaamheidsrace in Monaco.

"Het ziet eruit als een catamaran", constateert verslaggever Maikel Coomans als hij de boot dinsdagochtend, dan nog op het droge, bekijkt. "Alleen het zeil ontbreekt. Het zijn drie lange kano's met een net ertussen gespannen. En in 't midden bovenop een soort 'CocaCola-blikje', maar dan op zijn zij." Dat beeld beaamt Simone Vis van de TU in Delft. "En er zit waterstof in. Dat gas kan uitzetten, net als cola."

De boot die voor dit project is gebruikt, is de oudere Solar Boat die in 2019 wereldkampioen werd in de duurzaamheidsrace. Dat vaartuig, toen aangedreven door zonne-energie, is omgebouwd en moet nu de strijd aangaan op waterstof. "Waterstof is licht en de opslag is duurzaam", vertelt Gerben Rijpkema van de TU Delft.

Studenten testen eerste 'vliegende' waterstofboot ter wereld in Rotterdam

Het gebruik als waterstof als energiebron heeft als voordeel dat het geen koolstofoxide produceert. Daarnaast is het een schone brandstof, die veel compacter kan worden opgeslagen. De waterstof die nodig is om de boot voort te stuwen, wordt opgeslagen in een tank onder de kap. Vanuit daar gaat de waterstof naar een brandstofcel, die de waterstof en zuurstof omvormen om elektriciteit op te wekken. Op die manier kan de elektronica en andere componenten van de boot van stroom worden voorzien en wordt het vaartuig aangedreven.

De studenten willen met de boot laten zien wat de potentie van waterstof is. De Rotterdamse haven houdt dat met interesse in de gaten. "Het is zo'n enorme sector, daar moet actie voor genomen worden", zegt Rijpkema over de binnenvaartsector. Die sector heeft momenteel nog een slag te slaan wat betreft duurzaamheid.

Vlijmscherpe vleugels

Naast de waterstof zit er nog een vernuftig aspect aan de waterstofboot. Er zitten drie kleine vleugels aan, die de boot zo'n 40 centimeter boven het water kunnen laten 'vliegen'. "Een vliegtuig heeft snelheid nodig om te kunnen opstijgen en dat heeft deze boot ook. Als de boot snel genoeg vaart, wordt-ie uit het water gelift. Water is een dichter medium dan lucht en daarom heeft de boot kleinere vleugels nodig dan een vliegtuig. Daardoor kan de boot makkelijker gelift worden."

Door dat liften heeft het vaartuig minder weerstand van de golven en kan er sneller worden gevaren. "Zodra de boot harder gaat dan de take-off speed, die bij ons op 22 kilometer per uur ligt, wordt de hoek van de vleugel aangepast en wordt de boot het water uitgedrukt. Je hebt dan alleen de weerstand van de drie kleine platen, de vleugels, en dat is alle weerstand." En die vleugels zijn vlijmscherp. "We hebben al wel eens gehad dat er vissen doormidden zijn gesneden daardoor, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Engineers dragen ook altijd handschoenen als ze aan die vleugels werken."

De extra snelheid die de boot op die manier heeft, komt goed van pas tijdens de Open Sea Class in Monaco in juli. De deelnemers moeten dan in zes uur tijd zo veel mogelijk kilometers afleggen.

Deel artikel: