Dit is een nieuwsbericht van
RTV Utrecht

Thuiswerken blijft voorlopig de norm, zo houd je het vol

Het was even slikken voor wie het thuiswerken zwaar valt: vorige week kondigde premier Rutte aan dat we voorlopig niet van het coronavirus af zijn en dat thuiswerken de norm blijft. Waar eerder 1 september als einddatum van het thuiswerkadvies genoemd werd, bleek die hoop nu definitief vervlogen. Sommige mensen zakte de moed wel even in de schoenen bij het horen van die woorden, want dat thuiswerken valt niet altijd mee. Stefan van der Stigchel, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Utrecht, geeft tips om je er doorheen te slepen.

Het kabinet wil dat we voorlopig nog zoveel mogelijk thuis blijven werken

"Vooral het begin van het thuiswerken was een recept voor concentratieproblemen", zegt Van der Stigchel, die meerdere boeken over concentreren en aandacht schreef. Het was even flink schakelen voor velen. In plaats van dagelijks naar de kantoortuin of een willekeurige andere werkplek te gaan, zaten ineens veel mensen fulltime thuis. Daar moesten ze in een omgeving die er doorgaans niet op is ingericht hun werk zien te doen. Ondertussen alle mogelijke afleidingen - kinderen, huisdieren, luidruchtige buren, een piepende wasmachine of de televisie met je favoriete serie - negerend. En dat is volgens Van der Stigchel ingrijpend geweest.

Thuis is normaal waar je níet werkt. Waar je tot rust komt.

Stefan van der Stigchel

"Het is voor het brein makkelijk als dingen goed in de ruimte gescheiden zijn. Dat je een plek hebt om te werken en een plek om niet te werken. Dat is overzichtelijk. Dus als jij aan dezelfde keukentafel zit te werken waaraan je 's avonds ook zit te eten, gaan werk en privé door elkaar lopen", legt hij uit. "Thuis is normaal waar je níet werkt. Waar je tot rust komt. En ineens moet je in die setting je concentreren en proberen prikkels en alle leuke dingen die je om je heen verzameld hebt, te negeren."

Dat blijkt lastig voor ons brein. In plaats van om 09.00 uur aan het werk te gaan, ruim je dus nog even de vaatwasser uit of blijf je nog even op de bank hangen. "Het is lastiger omdat je dan echt in je hoofd de knop moet omzetten die normaal voor jou wordt omgezet als je naar je werkplek gaat, waar je collega's ziet die je associeert met werk en waar de mensen om je heen aan het werk zijn. Dat maakt het makkelijker om zelf aan het werk te gaan."

En voor mensen met kinderen was de uitdaging soms nog groter doordat ook de scholen sloten. "Dan zit je een beetje te werken en met collega's te bellen en tegelijkertijd moet je je kind de tafel van drie uitleggen. Dat kan niet. Het brein kan niet meerdere dingen tegelijk en is vrij slecht in het wisselen tussen taken de hele tijd. Dat kost veel energie en tijd." En doordat werk en privé door elkaar liepen, bleek uitrusten er bij sommigen een beetje bij in te schieten.

Van der Stigchel vindt het dan ook geen verrassing dat veel mensen de afgelopen maanden als vermoeiend hebben ervaren. We moesten ons aanpassen aan een nieuwe situatie, thuis allerlei ballen in de lucht houden en dan waren er ook nog de zorgen. Over je gezondheid of de gezondheid van je naasten, of omdat je je inkomen dreigde te verliezen. "We weten dat als je je zorgen maakt, dat concentratie heel moeilijk is. Denk maar aan liefdesverdriet, of persoonlijke problemen of financiële problemen. Als je dan moet gaan werken, is dat lastig omdat die problemen steeds aan de oppervlakte komen."

Alleen maar thuis zitten werkt demotiverend voor heel veel mensen. Je hebt elkaar nodig.

Stefan van der Stigchel

Of mensen door coronastress ook echt vermoeider zijn dan gemiddeld, is niet bekend. Daar zijn volgens Van der Stigchel geen onderzoeken naar, ook omdat moeheid niet te meten valt. "Als je mensen in een hersenscan legt, zie je niet dat het brein moe is." Dat betekent volgens de hoogleraar niet dat moeheid niet bestaat, alleen is het lastig om dit objectief te onderzoeken. Stress kan wel gemeten worden. En daarvan is bekend dat een langere periode met te veel stress kan leiden tot oververmoeidheid.

Overigens was het thuiswerken niet voor iedereen lastig. "Er zijn grote individuele verschillen", zegt Van der Stigchel. Zo kan de een beter omgaan met afleidingen dan de ander. Maar je hebt ook verschillen in persoonlijkheden. "Je hebt mensen die hun verhaal kwijt moeten. Die reuring van collega's nodig hebben, de geintjes bij de koffieautomaat, de verhaaltjes over Boer zoekt Vrouw. Dat maakt hun werk leuk. Zij hebben de 'sparkle' nodig van hun collega's. Maar je hebt ook mensen die zeggen: joh ik heb dat allemaal niet nodig. Laat mij gewoon m'n werk doen, die opzien tegen al die sociale zaken."

Van der Stigchel denkt dan ook dat bedrijven de afgelopen periode moeten aangrijpen om met maatwerk te komen. "Ik hoop dat de uniformiteit eruit gaat dat iedereen altijd maar 's ochtends naar kantoor moet." Hij pleit ervoor dat er kritisch gekeken wordt naar wie wanneer bij elkaar moet komen en voor welke werkzaamheden. "Zoek elkaar op als het nodig is." Hij wijst bijvoorbeeld op creatieve processen. "We weten uit studies dat je mensen bij elkaar moet hebben om tot ideeën te komen." Maar na zo'n creatieve setting kan het plan vervolgens prima thuis in alle rust uitgewerkt worden.

Niet iedereen vindt het erg om niet naar kantoor te gaan

Mensen niet aan hun lot overlaten

Nooit meer kantoor? Dat is wat Van der Stigchel betreft niet een goed idee. "Alleen maar thuis zitten werkt demotiverend voor heel veel mensen. Je hebt elkaar nodig." Hij hoopt dan ook dat bedrijven de oproep om thuis te werken niet aangrijpen om de deuren van hun kantoren volledig te sluiten. In plaats daarvan zouden mensen waar mogelijk begeleid moeten worden bij thuiswerken en daarnaast zouden er mogelijkheden moeten komen voor het personeel om elkaar - veilig op anderhalve meter afstand - te ontmoeten als daar behoefte aan is. "Ik denk dat dit geen excuus moet zijn voor bedrijven om nu niets meer te gaan doen en mensen aan hun lot over te laten."

En voor wie de moed even in de schoenen zonk na de boodschap van Rutte dat thuiswerken voorlopig nog wel even de norm blijft, heeft Van der Stigchel nog wel een laatste advies. "Zet de knop om. Kijk hoe je dit op de beste manier kunt inrichten. Bekijk het niet als een tijdelijke oplossing, maar een structurele oplossing. En als je geen goede bureaustoel hebt, dan zou ik die nu toch maar kopen."

Deel artikel: