Slachtoffer van trouwstoetmepper is afgekeurd en krijgt eervol ontslag bij politie: 'Ik wil me er niet bij neerleggen dat het over is'
Hij was landelijk nieuws drie jaar geleden. De beelden dat Gert Jan de Jonge als agent werd neergeslagen toen hij een trouwstoet op de Rotterdamse Westzeedijk aan de kant zette, gingen viraal op het internet. Drie jaar later is het klaar met zijn loopbaan: De Jonge krijgt eervol ontslag.
We spreken elkaar op 30 augustus, de dag waarop het precies drie jaar geleden is. Als agent werd hij gepasseerd door een toeterende trouwstoet. Toen hij de bestuurders toesprak, werd De Jonge bijna van zijn sokken gereden. Op de Westzeedijk zette hij de rij auto’s aan de kant. Op het moment dat hij wilde optreden, sloeg Sahid B. hem van achteren neer.
Toen was hij 39 jaar. Gert Jan de Jonge had de politie-doorstroomopleiding (hbo) met succes afgerond en zijn master bestuurskunde gehaald. Een glansrijke carrière lag voor hem. “De afgelopen weken speelde het wel door mijn hoofd: het is bijna drie jaar. Dat is ook voor het UWV een belangrijke termijn. Normaal word je na twee jaar ziek zijn afgekeurd. De politie hangt er een derde jaar aan. Nu ga ik met ontslag, eervol ontslag.”
Op 15 september wordt hij 42. Een leeftijd waar veel mensen in de krachtigste periode van hun leven zitten. Thuis aan de keukentafel legt De Jonge uit waarmee hij worstelt. “Ik wil me graag zinvol voelen. Zeg nou zelf: 42 is te jong om thuis te zitten. Ik wil me er niet bij neerleggen dat het over is. Ik hoop beter te worden, al weet ik dat bepaalde functies onmogelijk zijn en fulltime werken niet meer kan. Ik heb de droom om nog iets te kunnen doen. Daarom hoop ik de band met politie te houden.”
'Ik had dromen'
Het werk dat hij leuk vond is hem ontnomen. De onregelmatigheid van het werken bij de politie sprak hem juist aan. “Het ging op en af. Soms in het weekend werken, maar dan was je op maandag weer vrij. Ik had dromen, wilde leuke mooie dingen doen binnen de politie. Dat is mij afgepakt. Ik zie mijn oude klasgenoten stappen maken, dat gaat mij niet meer gebeuren.”
Aan de klap heeft hij voor heel zijn leven hersenletsel overgehouden. Gert Jan de Jonge heeft bijna altijd hoofdpijn. Prikkels komen altijd binnen en soms heel hard. “Ik heb vaak weinig energie, moet mijn pauzetjes nemen. Ik kan nooit snelle tv-beelden zien. Die hoofdpijn is standaard. Ook nu, tijdens dit gesprek. Ik wil niet overdrijven, het is geen migraine, maar toch”, zegt de man die dagelijks paracetamol en andere pijnstilling slikt.
Die hoofdpijn is standaard. Ook nu, tijdens dit gesprek. Ik wil niet overdrijven, het is geen migraine, maar toch.
Hij herkent inmiddels drie soorten hoofdpijn. Eén ervan heeft hij met behulp van een sportfysio grotendeels weten op te lossen. “Door mijn nek en schouders te trainen is het veel minder geworden. Het is zelfs bijna weg. Het kan dus verbeteren als je de juiste tools heb.”
Om het leven aangenamer te maken zijn meer aanpassingen gedaan. De benzineauto is ingeruild voor een elektrische. Ook draagt hij een koptelefoon en, indien noodzakelijk, oordopjes om geluid buiten te sluiten. Daarnaast probeert De Jonge een gehoorapparaat uit om zijn akoestiek beter te maken.
Naar Spanje om te 'ontprikkelen'
Toch is dat allemaal niet voldoende. Om volledig bij te komen gaat hij eens per drie maanden naar Spanje om te ‘ontprikkelen’. Hij reist dan alleen en vanaf Rotterdam – "Een grote aankomst- of vertrekhal, dat trek ik niet." – naar een plek in Zuid-Spanje.
“Ik praat dan met niemand. Hooguit in de winkel, als ik afreken. Ik wandel vooral. Met wandelen maak ik mijn hoofd leeg. Als ik terugkom heb ik voldoende energie. Ook heb ik dan grootse plannen. Maar dan zegt mijn therapeut dat we nog even moeten wachten: "'Laten we kijken of die plannen over zes, zeven weken hetzelfde zijn.' Dan wordt het inderdaad minder.”
In Spanje ontdekt hij het verschil met thuis. “In Nederland zijn er altijd prikkels. Het waait altijd. In mijn rechteroor komt alles even hard binnen. Als ik hier wandel en ik heb de wind op mijn oor, dan heb ik binnen een seconde hoofdpijn. Niet alleen de wind maakt lawaai, ook hoor je altijd de verkeersgeluiden. Los van de dagelijkse dingen heb je in Nederland altijd prikkels. Als ik het vergelijk met een emmer dan zit die emmer in Nederland altijd al voor een kwart vol door die basisgeluiden.”
'Ik mis mijn gezin'
Uiteraard zijn voor die problemen trucjes zoals het antigeluid van noise cancelling en oordoppen. “Maar die kun je niet altijd in hebben. Als je dat doet, word je ontvankelijker voor prikkels. Het helpt ook niet volledig. In Spanje heb ik een mooi plekje met een lekkere omgeving. Daar waait het niet, is het stil. Dan trek ik echt bij. Maar ik vind er geen zak aan. Ik mis mijn gezin.”
Het woord is gevallen. Voor zijn gezin is het niet altijd even gemakkelijk om met de prikkels van De Jonge om te gaan. Zijn vrouw noemt hij zijn coach. “Ze heeft ook de zorg voor mij erbij. Maar ik ben er wel meer voor de kinderen. Ik kan ze helpen met huiswerk of samen iets kopen. Dat zijn de mooie dingen. Maar ik moet wel wennen dat het leven compleet anders is. ”
Heel zijn leven is anders geworden. Voor de klap was de verdeling 50/50 in het huishouden. “Sta ik nu in de badkamer en zie ik de handdoeken liggen dan denk ik: dat hoort nu ook bij mijn leven. Dat is wel wennen. Ik ben van het onregelmatige overgestapt naar een superstrak ritme. De dag begint met een paar uur werken of naar therapie. Dan ga ik naar bed en 's middags ga ik rommelen, schoonmaken of doe ik de was.”
Lijstjes voor koken en klusjes
Koken doet hij ook. Op de koelkast hangt een lijstje, in het weekend gemaakt door zijn vrouw. “Dan hoef ik per dag niet na te denken over wat er moet worden gekookt. Als ik moet bedenken wat we moeten eten of in de winkel keuzes moet maken, dat is lastig. Ik kan slecht tegen emoties. Spanning en stress hoort daar bij. Dat krijg ik soms van kleine dingen. Mijn vrouw maakt ook per week een lijstje met klusjes. Dat zijn dingen die ik moet regelen of spullen die ik met de kinderen ga halen. Die structuur heb ik echt nodig.”
Gert Jan de Jonge merkt dat zijn omgeving ook worstelt met de gevolgen van zijn klap. “Mensen durven mij niet altijd aan te spreken. Het zijn wel dingen die ze tegen mijn vrouw zeggen. ‘Hij is ziek, maar hij ziet er wel goed uit.’ Ik ga nauwelijks naar verjaardagen. Van die prikkels ben ik een week ziek. Op de verjaardag van mijn vrouw probeerde ik het, door af en toe weg te lopen en te rusten, wel vol te houden. ‘Dan gaat het toch best goed?’ zeggen ze dan. Ja, de dag zelf trek ik nog wel. Daarna ben ik een week ziek. Na dit interview ga ik een uur naar bed, lig ik er de rest van de dag af.”
'Ik kan niet aan iedere kassière uitleggen wat mij mankeert'
Hij is van zichzelf sociaal, heeft belangstelling voor de ander. Daarom vindt hij het best moeilijk om in de supermarkt met zijn koptelefoon te lopen. “Dat lijkt best aso. Maar ik kan niet aan iedere kassière uitleggen wat mij mankeert. En het vervelende is, je ziet het niet aan mij af. Zo gaat dat ook met reizen. Ik heb een verklaring zodat ik niet in wachtrijen hoef te staan. Dus op het vliegveld word ik langs rijen geleid, maar ik zit niet in een rolstoel. Zo kom ik ook langs het fouilleren. Laatst liet mijn begeleider mij even achter bij de douane. Nou, dan laten ze je er niet tussen. Dan denken ze aan voordringen.”
De Jonge zegt best vergeetachtig te zijn geworden. Ook moet hij geen zijsprongen in verhalen maken. “Als ik even afdwaal ben ik de draad kwijt. Daarom heb ik allemaal kladjes met aantekeningen. In het begin kon ik me daar aan ergeren. Nu wordt het gemakkelijker. Ik ben op zoek naar trucjes, daarmee kom je best een eind.”
Hij heeft gemerkt dat woorden heel belangrijk voor hem zijn geworden. Woorden kunnen emoties oproepen. “Iemand had het laatst over een onderwerp en schreef ‘je moet de strijd aangaan.’ Van dat woordje strijd slaap ik niet. Dan denk ik: shit, daar heb ik de energie niet voor. Later word ik dan door iemand gerustgesteld. Ik ben benieuwd wat er gebeurt als alles is afgrond. Nu heb ik soms spanning, een slechte nacht, meer prikkels en soms ruzie. Ik zoek nog mijn basis waar ik sta. Daarna kan ik hopelijk weer bouwen.”
'Heeft dit hem de ogen geopend'
Bouwen op de puinhoop, veroorzaakt door een klap drie jaar geleden. “Ik had boos kunnen blijven. Daar heeft de dader geen last van, mijn omgeving en ik wel. Die emotie kan ik er niet bij hebben en wil ik er niet bij hebben. Ik vraag me wel af: heeft dit hem de ogen geopend of zit hij na een volgende zaak alweer vast? Ik heb het strafdossier boven liggen. Ik vind het interessant om te lezen als ik mijzelf er van lostrek. Het is om te janken dat het zo in een strafzaak gaat. Dat er zo veel leugens zijn verzonnen en excuses zijn bedacht om verfoeilijk gedrag goed te praten. Tot aan racisme van de agent.”
Ik had boos kunnen blijven. Daar heeft de dader geen last van, mijn omgeving en ik wel. Die emotie kan en wil ik er niet bij hebben.
“Ik heb het wel snel achter me gelaten. Ik neem die jongen, die een laag iq heeft, niet zo veel kwalijk. Uiteraard mag je niet slaan, maar zo is hij opgevoed. Ik heb minder respect voor zijn familie. Ik zou mijn kind niet elk jaar in de gevangenis willen hebben. Zo werkt het niet in het leven, dat kan toch niet je droom zijn?”
“Ik heb geprobeerd met die jongen het gesprek aan te gaan. Dat is niet doorgegaan. Hij schaamde zich er te veel voor volgens zijn advocaat. Ik ben benieuwd hoe het met hem gaat. Is hij onder behandeling, is hij op de oude voet verder gegaan of heeft deze gebeurtenis zijn ogen geopend?”
'Mensen mogen wel weten welke impact een daad kan hebben'
“Mijn zaak is geweest”, realiseert De Jonge zich. “Daar is niets aan te veranderen. Mijn omgeving en ik hebben er last van zoals het is. Mensen mogen wel weten welke impact een daad kan hebben. Niet alleen op mij, maar ook op mijn omgeving en mijn gezin. Hoe je een hele omgeving dupeert.”
“Ook heeft media-aandacht een belangrijke rol gespeeld in het oplossen van mijn zaak. Een man zat bij de vader van de bruidegom van de trouwstoet in de auto. Die vader is taxichauffeur. Die vertelde tegen zijn klant over zijn rol, over het verdoezelen. Die klant had echter mijn verhaal in de media gelezen en is vervolgens naar de politie gegaan. Daar ben ik dankbaar voor. Dus, hoe klein soms een aanwijzing kan zijn: meldt het. Het kan waardevol zijn. Mede daarom doe ik nu na drie jaar alsnog mijn verhaal.”
Zijn verhaal wordt ook verteld op scholen tijdens lessen die worden gegeven vanuit de Stichting Tegen Zinloos Geweld, in het kader van het stoppen van zinloos geweld, onder meer tegen hulpverleners. Of de geregelde contacten die hij na het gesprek met minister Grapperhaus heeft op het ministerie van Veiligheid en Justitie. “Ik zit in een mooie positie waar ik het geluid van de werkvloer nog kan vertolken. Voor mij is het te laat. Ik heb er niks aan, ik zit thuis, maar ik hoop nog wel voor de collega's in de toekomst iets te betekenen.”