Bijl geeft de Nederlandse ploeg een 8 tot nu toe
Eerst een 7,5 en bij nader inzien toch een 8. Jeroen Bijl vindt dat zijn atleten het in de eerste week van de Winterspelen in Pyeongchang goed hebben gedaan. ''We staan er goed voor. Maar we moeten nog een week"', zegt de chef de mission van TeamNL.
Bijl neemt na de Winterspelen afscheid van NOC*NSF, maar in Zuid-Korea presteren de Nederlanders onder zijn leiding erg goed. De shorttrackers Sjinkie Knegt en Yara van Kerkhof behaalden al zilver, de schaatsploeg zorgde voor zes gouden plakken, drie keer zilver en twee keer brons.
Ondergrens van dertien medailles
Daarmee is de ondergrens van dertien medailles die Bijl voorafgaand aan de Spelen noemde, al gehaald en moet ook het beoogde doel van vijftien medailles geen enkel probleem opleveren. Stiekem wordt zelfs het aantal van de Spelen van vier jaar geleden (24 medailles) aangehaald, maar dat gaat volgens Bijl zeker niet gebeuren.
"Het wordt geen regel dat we zo veel medailles halen", zegt Bijl. "Als je het schaatsen van nu met acht jaar geleden vergelijkt, dan waren we toen gelijk aan het buitenland. En de concurrentie is niet minder gaan presteren, wij hebben zélf stappen gezet", legt hij de Nederlandse dominantie uit.
Onverwachte medailles
Bijl roemt Ireen Wüst en Sven Kramer, niet alleen voor de manier waarop ze goud veroveren maar ook omdat ze zich zo sportief en respectvol opstellen bij een nederlaag. "Er zijn ook wat meer onverwachte medailles", geeft de chef de mission aan. De olympische titels van Carlijn Achtereekte en Esmee Visser waren regelrechte sensaties in Gangneung.
Maar er waren ook kleine drama's: Lotte van Beek miste op de 1.500 meter het brons op 0,01 seconde en Annouk van der Weijden greep met 0,19 seconde verschil naast het brons op de 5.000 meter. En wat te denken van snowboarder Niek van der Velden, die in de training zwaar ten val kwam. "Ik was bij hem op de medische post."
