Mevrouw Jeon moest verhuizen voor de Spelen: 'er komt moois voor terug'

• Marieke de Vries

  correspondent China

De ijsbaan waar shorttrackers Sjinkie Knegt en Jorien ter Mors over twee weken om een medaille zullen strijden lijkt alsof hij van een andere planeet in een boerendorp terecht is gekomen. Tussen de dorre akkers van het platteland van Gangneung in Zuid-Korea rijst de witte hal uit de velden op.

Aan de andere kant van het veld kijkt de 70-jarige Choon Do Jeon in de richting van de baan en haalt haar schouders op. "Er is veel veranderd de afgelopen tijd", zegt ze.

Ze woont al haar hele leven in het dorp, maar niet eerder maakte haar leven zo'n omslag als in de afgelopen periode. "Ik woonde in een boerderij, daar waar je nu die toegangsweg naar de ijsbaan ziet lopen. Ons huis is tegen de vlakte gegaan. Maar als het goed is komt er veel goeds voor terug."

Mevrouw Jeon lacht opgewekt en is niet bitter of zuur. De provincie waar ze woont is een van de armste van Zuid-Korea. Een boerenprovincie, vrijwel onontsloten en zonder goede toegangswegen. Wie er naartoe wilde moest over hoge bergruggen of met gammele treinen. Maar het is wel het enige gebied waar de Winterspelen in Zuid-Korea georganiseerd kunnen worden.

In 2010 en 2014 probeerde Zuid-Korea de Spelen ook al naar het gebied te halen. Maar het evenement ging toen respectievelijk naar Vancouver en Sotsji.

Nieuwe toekomst

Het enige voordeel was dat tijdens iedere bid de faciliteiten en infrastructuur steeds verder opknapten. Er werden snelwegen aangelegd, tunnels en sporen voor hogesnelheidstreinen. En nu de Winterspelen echt komen, verschijnen ook de stadions, skipistes en de ijsbaan.

Voor de bewoners van het gebied is dit de kans op een nieuwe toekomst, zegt mevrouw Jeon: "Als er veel sporters naar onze provincie blijven komen, ook na de Spelen, dan zullen onze stadions zich blijven vullen en dan zal Gangneung ook opbloeien. Maar als er niet zo veel mensen blijven komen, dan zal het zwaar voor ons worden om de stadions in de toekomst open te houden."

Pyeongchang investeerde 13 miljard euro in de winterspelen en hoopt minstens het dubbele eraan te verdienen. Maar met de hotelboekingen loopt het nog geen storm.

Tegen de NOS zegt de gouverneur van Pyeongchang Jae Kook Sim: "Onze inwoners hebben vrijwillig de prijzen naar beneden bijgesteld. In de geest dat we allemaal bijdragen aan de voorbereidingen zorgen we ervoor dat de toeristen het aan niets ontbreekt op het gebied van eten en onderdak."

Maar de krant Korea Herald meldt dat ondanks deze prijskortingen het aantal geboekte kamers in de provincie tot nu toe onder de 30 procent blijft. Vorige week waren 16.744 kamers geboekt van de in totaal 67.879 beschikbare kamers in 4797 accommodaties, volgens het Organiserend Comité.

Dumplings

Maar dat kan een optimistische ondernemer er niet van weerhouden de toekomst vrolijk te zien. Cho Hyun Sam opende afgelopen najaar een dumpling-zaak recht tegenover het Olympisch stadion in Pyeongchang. Nu al serveert hij dagelijks porties pittige kip en kimchi dumplings aan de medewerkers van de openingsceremonie.

"Ik weet zeker dat we goed geld gaan verdienen", zegt hij. "Bovendien zal dit gebied straks over de hele wereld zo bekend zijn dat het steeds meer buitenlanders aan zal trekken. Ik geloof er in."

Inmiddels is er ook een steeds groter groeiende binnenlandse markt voor wintersport aangeboord. Enthousiast door alle propaganda voor de Winterspelen binden steeds meer Koreanen de ijzers onder of stappen op de lange latten.

Bij het Olympisch ski-resort doen ze goede zaken. Bij de skiwinkel vliegen flashy handschoenen, oorwarmers en ook snowboards en thermo-ondergoed over de toonbank.

Winkeleigenaar Hun Choong Lee: "Het voordeel is dat de Koreanen alles nog nieuw moeten aanschaffen. We zagen na de aankondiging van de spelen vijf, zes jaar geleden een explosieve stijging. Nu begint het alweer wat te stagneren."

Voor grote buitenlanders is het overigens nog best lastig shoppen in zijn zaak, want de skischoenen en sokken gaan niet verder dan maat L.